Jane heeft haar eigen manier om mij te onderhouden. Deze is wat anders dan wat de meeste mensen gewend zijn in hun tuin te doen. Als eerste heeft Jane geprobeerd om zoveel mogelijk planten te kopen die het fijn vinden bij mij. Sterke planten die houden van de grond in mij. Klei, beetje kalkrijk en vrij droog. Ze heeft planten die van zon houden in de zon gezet en planten die van schaduw houden onder de bomen en struiken geplant. Jane hoopt dat de planten zich zelf dan een beetje kunnen redden en niet zoveel hulp nodig hebben. Planten die het duidelijk niet goed doen bij mij, hebben pech gehad. Zij zullen afsterven of Jane haalt ze uit de grond en geeft ze weg aan iemand bij wie ze wel in de tuin passen. De bedoeling is dat ik op den duur zal vol staan met planten die het prettig vinden bij mij en die het daarom vanzelf goed zullen doen en die daardoor geen (of weinig) hulp nodig hebben.
Verder zal Jane nooit spitten of schoffelen. De bovenlaag van de bodem is namelijk heel belangrijk. De meeste bodemorganismen leven in de bovenste 5 centimeter van de grond. Deze moet je zo min mogelijk verstoren als je een gezonde bodem wilt. Ook zijn wormen heel belangrijk voor je bodem en tijdens spitten en schoffelen verstoor je de leefomgeving van deze beestjes, vernielt hun gangenstelsels en maak je ze zelfs dood. Ook wortelschimmels leven in de bovenste laag rond de wortels van je planten en bomen. Zij leven in symbiose met je planten en je planten hebben deze schimmels dus nodig. Daarnaast zorgt spitten en schoffelen vaak voor overmatige beluchting, (waardoor een snelle oxidatie ontstaat en hierdoor zullen voedingstoffen
versneld verteren, vrijkomen en uitspoelen of vervliegen), soms kan de grond er door verdichten en ook zullen onkruidzaden boven de grond komen die vervolgens gaan kiemen. (Heeft Jane allemaal geleerd van de permacultuur.)
Dan zorgt Jane er ook nog voor dat de meeste aarde bij mij bedekt is. Er zijn zoveel mogelijk planten in mijn aarde geplant. Deze planten zorgen voor een groen tapijtje. Daar waar de planten de aarde niet bedekken, brengt Jane altijd een mulchlaag aan. Dat doet ze met verschillende materialen. Mulchen is heel goed voor de bodem. Het zorgt ervoor dat onkruid minder goed kan groeien, dat water in de bodem minder snel verdampt, dat de grond niet zo snel dicht kan slaan door de regen of verschraalt door de wind en natuurlijk kunnen er dieren tussen en onder schuilen. Daarnaast (met de juiste mulch) zorgt het ook voor voedingsstoffen. (Alweer met dank aan de permacultuur.)
Over voedingsstoffen gesproken. Jane zal nooit bemesten met kunstmest. Wat ze wel gebruikt is organische mest. Dit dan in de vorm van koemestkorrels. Jane is sinds kort in het bezit van een compostvat en wil eigenlijk de bemesting wat anders aan gaan pakken. Ze wil haar eigen compost gaan gebruiken. Dit jaar heeft ze al een beetje van haar eigen compost over mij uitgespreid. Ook laat Jane zoveel mogelijk afgestorven plantenresten op de grond liggen. Kleine takjes en dergelijke worden ook niet meer opgeruimd. En alle bladeren die in de herfst vallen, blijven gewoon op de grond liggen (behalve die in de vijver en die op de terrassen, want die worden daar weggehaald en op de aarde gegooid). Eigen compost, plantenresten, bladafval en mulch moeten straks samen voldoende zijn om genoeg voedingstoffen aan de bodem af te geven, waardoor koemestkorrels niet meer nodig zullen zijn.
Wat onderhoud aan de planten zelf betreft. Dat gaat hier bij mij ook wat anders. Jane laat de planten zoveel mogelijk hun gang gaan. Ze snoeit heus wel eens en haalt ook wel eens een deel van iets weg, maar dat doet ze alleen als bepaalde planten echt te groot voor mij worden. Of als ze in de richting van de buren gaan groeien. Of elkaar beginnen te overwoekeren. Uitgebloeide bloemen worden niet weggehaald, want soms worden dat schitterende vruchten of mooie zaden die graag gegeten worden door vogels of andere dieren. En zo niet, dan staan uitgebloeide onderdelen vaak toch heel mooi in een natuurlijke tuin. Onkruid wieden is ook iets dat Jane niet vaak doet. Meestal wordt al het onkruid twee keer per jaar weggehaald. Namelijk in het voorjaar als de planten gaan groeien en in het najaar voordat de winter begint. De rest van de tijd mogen de "inheemse" planten gewoon doen wat ze willen, zolang ze niet de rest van de planten tot last zijn. Jane kan soms enorm genieten van dat "onkruid" omdat deze af en toe schitterende bloemen hebben of veel insecten aantrekken of er gewoon best mooi uit zien. Omdat je die planten niet in een winkel gekocht hebt, wil nog niet zeggen dat ze niet prachtig kunnen zijn. Jane heeft sommige onkruiden gewoon geadopteerd, haalt ze helemaal niet meer weg en schaart ze nu onder de vaste planten. En waarom ook niet?
Als laatste kan ik nog vertellen dat Jane natuurlijk geen enkel bestrijdingsmiddel gebruikt. Geen haar op haar hoofd die daaraan zal denken. Als je de juiste planten op de juiste plek hebt staan en die planten zijn gezond, hebben ze ook niet zoveel last van plagen of ziekten. En dan zijn bestrijdingsmiddelen ook niet nodig. Verder zijn bestrijdingsmiddelen niet goed voor het milieu. En zelfs de bestrijdingsmiddelen die dan zogenaamd milieuvriendelijk zijn, zijn toch meestal wel dodelijk. In elk geval voor de plant die je wilt doodmaken (onkruid bijvoorbeeld) of het dier dat je ermee wilt bestrijden. En Jane is veel te gek op dieren om ze dood te maken.
Jane maakt zelden of nooit dieren in mij dood. Misschien een enkele keer per ongeluk als ze op een beestje trapt. Soms kraakt er wel eens tot haar schrik een huisjesslak onder haar voeten. Of plet ze een mier als ze op de tuinbank gaat zitten. Jane is dan altijd erg ongelukkig dat ze die "moord" heeft gepleegd en is dan boos op zichzelf dat ze niet beter heeft opgelet. Maar ja, dat gebeurt natuurlijk wel eens als je een reus bent. Moeten die beestjes maar opzij gaan als die lompe Jane met haar grote voeten en die dikke kont eraan komt. Maar in principe zijn dus alle dieren welkom bij ons. Planten zitten soms vol met luizen of ander ongedierte, slakken krioelen bij ons rond en eten van alles op en rupsen smullen ook enorm van allerlei lekkers bij ons. Maar Jane doet er niets tegen. Ze laat de natuur zijn gang gaan. Vaak lost het probleem zich vanzelf op omdat er dan weer dieren bij ons komen die die luizen, slakken, rupsen of ander ongedierte weer opeten. Maar soms gaat het wel eens fout en is er een plant minder. Is er weer een stukje aarde leeg en kan Jane weer iets nieuws kopen. Jane kan altijd wel weer iets vinden dat ook prachtig in mij staat. Want er zijn zoveel mooie planten......!
Nu zullen jullie wel denken, die Jane doet helemaal niets in die tuin. Niet spitten, niet schoffelen, geen onkruid wieden, geen plagen en ziekten bestrijden, geen dieren of onkruid dood spuiten, haast niets snoeien, weinig bemesten, geen bladeren verwijderen, geen afgestorven plantenresten weghalen, geen uitgebloeide bloemen wegknippen. Wat doet dat mens eigenlijk wel? Nou, best wel veel hoor. Ze is meerdere keren per dag bij mij. Elke dag weer. En niet alleen maar om te genieten. Altijd is Jane druk en altijd is zij bezig. Dagen, weken, maanden, jaren van werk heeft zij in mij gestoken. Altijd is zij hard voor en met mij aan het werk. Ik hoef maar te kikken en daar is Jane al en staat zij weer voor mij klaar. Geen tuin wordt omringd met zoveel liefde en aandacht als ik. Jane doet echt enorm veel zoals............maar nee, dat vertel ik jullie ......ergens anders. Lees maar de artikelen in mijn blog. Daar zul je elke keer weer kunnen lezen wat Jane allemaal voor mij doet.
Het paradijsje van Jane: De enige tuin die een bediende heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten