Over mij

Dit blog is geschreven door een tuin. Een kleine wilde natuurlijke tuin. In dit blog schrijft die tuin over alles wat hij mee maakt. Ook zul je in dit blog de belevenissen van de eigenaresse van deze tuin aantreffen. Haar naam is Jane. De tuin is haar paradijsje: Jane's paradijsje.

Het doel van dit blog is om kennis over te dragen, ervaringen te delen en iedereen die het leest enthousiast te maken
om ook op een natuurlijke manier met planten en dieren in je tuin om te gaan.

Het paradijsje van Jane: De enige tuin die zijn eigen blog heeft.

zaterdag 4 april 2015

Inspiratie #2: Een houtstapel

In een wilde tuin zoals ik dat ben, vind je regelmatig "rommel" op de grond. Blaadjes, takjes, afgestorven plantendelen en dergelijke, dat alles kun je volop vinden bij mij. Jane, mijn eigenaresse, ruimt niets op en laat alles gewoon liggen. Dit is fijn voor de planten, want dit alles composteert tot voeding die zij goed kunnen gebruiken. Het is ook fijn voor de diertjes, want zij houden niet zo van kale aarde. In al dat spul op de grond kunnen ze lekker rondkruipen. Maar zoals jullie ondertussen wel weten, is Jane altijd heel fanatiek in haar doen en laten en daarom moest er ook een houtstapel komen. Want dat is zo goed voor de diertjes.......

Toegegeven, een houtstapel ergens in je tuin op de grond heeft een enorme aantrekkingskracht op dieren. Kikkers, padden en salamanders houden ervan om zich tussen het hout te verschuilen. Diverse insecten kruipen er ook lekker tussen of gaan in het hout zelf wonen. Vogels vinden het ook fijn om tussen het hout naar insecten te zoeken. Vooral het roodborstje is altijd fanatiek tussen het hout op zoek. De merel doet het anders, die houdt ervan om boven op de stapel te gaan zitten en daar zijn liedje te murmelen. En natuurlijk zorgt dat rottende hout ook nog voor prachtige paddenstoelen. Tenminste dat wordt gezegd, bij mij is er nog niet veel van die dingen te zien, maar ja dat komt misschien nog wel als het hout wat ouder is. Als laatste argument kan ik nog aanvoeren dat het er ook gewoon leuk uit ziet, zo'n houtstapel tussen je planten. Dus er zijn genoeg redenen om ergens wat hout op de grond op te stapelen.





Dat was het weer voor deze keer. Een lekker kort stukje, maar ja, daar houden mijn lezers van. Misschien de volgende keer een langer stuk. Maar dat zien jullie wel.......de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.

zaterdag 28 maart 2015

Plant #12: De narcis (narcissus)

Er zullen niet veel mensen zijn die niet weten wat een narcis is. Het is een bolgewasje dat overal in het voorjaar te bewonderen is. Narcissen zijn er in vele soorten en kleuren. Je stopt de bollen in de herfst in de grond en in het voorjaar beginnen ze te bloeien. Ze vermeerderen zich vanzelf. Elk jaar zullen er meer bloemen komen. Ze kunnen in de zon of in de halfschaduw staan. En ze houden van vruchtbare goed water doorlatende grond. De naam is afkomstig uit de Griekse mythologie. Narcissus was een prachtige jonge jager met veel bewonderaars, maar hij hield van niemand en joeg al zijn aanbidders bij hem weg. Maar op een dag werd hij toch verliefd. Helaas bleek dit de weerspiegeling van hem zelf in een vijver te zijn. De jonge knaap was verliefd op zich zelf geworden. Hij kon niet meer weg gaan van diegene waar hij zo verliefd op was en hij bleef daar dus bij die vijver zitten, at en dronk niet meer, en tenslotte kwijnde hij helemaal weg. Maar de godin Aphrodite vond dit zo jammer van die mooie jongeman en daarom veranderde ze hem toen in een bloem, de narcis.





In een wilde tuin zoals ik ben, zouden misschien best wel eens wat narcisjes geplant kunnen worden, maar mijn eigenaresse Jane vond het toch niet zo passen bij mij. Ze vond het meer iets voor mijn grote zus de voortuin. Zoals jullie misschien nog wel weten (zie het artikel over herfstasters hier  op mijn blog) probeert Jane mijn zus een beetje netjes te houden om de buren tevreden te stellen en doet ze altijd haar best om haar voortuin te laten passen in de buurt. En aangezien narcissen hele bekende en geliefde bloemen zijn en alle buren ze in hun tuin hebben staan, leek het Jane ideaal om deze in mijn zus te planten. Maar ja, jullie weten ondertussen ook wel dat Jane een beetje anders is dan de anderen hier om ons heen. Dus zij heeft de narcissen niet netjes in groepjes in de borders staan zoals alle andere buren dat wel hebben. Nee, zij moest het weer anders doen. Want narcissen staan zo mooi in het gras, vond Jane. Dus werden er gaten gestoken in het grasveld en daar werden de bollen in geplant. Dit heeft Jane gelijktijdig met krokusjes gedaan zodat het grasveld in het voorjaar eerst gevuld is met paarse krokusjes en vervolgens een geel aanzien krijgt door alle uitkomende narcissen.


Eigenlijk is het best een mooi gezicht. Maar toch wel heel anders dan al die keurig onderhouden gladgeschoren en met nagelschaartjes en liniaal afgewerkte gazonnetjes. Deze zijn natuurlijk alleen maar egaal groen. Geen bloemetje in het gras te bekennen. En dan dat grasveld van mijn grote zus daartussen eerst vol met paarse en later met gele bloemen, dat valt wel op. En dan is het ook nog zo dat je de bladeren van de bollen rustig moet laten afsterven, want dat is voeding voor de bol. Zie je het al voor je, dat gras dat niet gemaaid kan worden en almaar langer wordt met die geel wordende langzaam afstervende bladeren daar tussen in. En dat in deze keurige buurt. Nee, Jane heeft niet goed nagedacht. Maar ja, goed nadenken is niet de sterkste kant van Jane. En nu heb ik Jane ook nog horen zeggen dat ze eigenlijk best een wilde bloemenweide van het grasveld in mijn zus zou willen maken. Oh oh, als dat maar goed afloopt!


Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer ga ik jullie weer een beetje inspiratie geven. En dit keer ga ik jullie inspireren om............nou ja, dat vertel ik jullie natuurlijk pas de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.

zaterdag 21 maart 2015

Dier #12: De slak (Gastropoda)

In elke tuin vind je slakken. En een natuurlijke tuin, zoals ik dat ben, zit er meestal vol mee. In het voorjaar zie je ze verschijnen. En ze kunnen zich in een rap tempo voortplanten want ze zijn zowel mannelijk als vrouwelijk, dus ze bevruchten elkaar. Ze leggen een heleboel eitjes waar allemaal kleine slakjes uit komen. In de zomer zie je ze dan overal.


Slakken houden niet zo van zon. Ze komen vaak tevoorschijn als het nacht is. Hoewel je ze overdag ook wel tegenkomt, vooral na een regenbui. Ze houden van vochtige plaatsen. Vocht is goed voor hun slijm. Slakken zijn slijmerige wezentjes. Dit slijm gebruiken ze voor hun voortbeweging. Helaas laten ze een spoor van slijm achter. En dit wordt door de meeste mensen niet zo op prijs gesteld.


Verder eten ze graag je planten op. Ze hebben wel 1000 kleine hoornachtige tandjes waarmee weefsel van planten wordt afgeschraapt en daarna opgegeten. Gelukkig houden ze niet van alle planten. Dus als je verstandig bent, dan koop je alleen planten waar slakken niet van houden


Slakken hebben twee grappige voelsprietjes waar soms ook nog ogen op zitten. Deze sprietjes gebruiken ze om alles af te tasten. Als je de sprietjes voorzichtig aanraakt, zul je zien dat de slak deze intrekt. Erg grappig om te zien. Veel slakken hebben een huisje op hun rug van kalk. Slakken die dat niet hebben zijn naaktslakken.


De meeste mensen hebben een hekel aan slakken en doen er van alles aan om alle slakken in hun tuin uit te roeien. Er zijn veel methodes om slakken te verdelgen. Mijn tuinvrouwtje Jane doet dat natuurlijk niet. Van haar mogen de slakken gewoon hun ding doen hier bij mij. Slakken doen namelijk ook best heel nuttig werk omdat ze dood materiaal opruimen en deze weer als voedingsstof aan de bodem afgeven. Mocht je beslist een plant in je tuin willen zetten die geliefd is bij slakken dan kun je daar koffiedik of eierschalen om heen strooien. Dit zijn zeer diervriendelijke methodes waarbij de slak gewoon blijft leven, maar de plant ook. Bij bloembakken kun je de rand van de bak insmeren met vaseline. Slakken houden hier niet van en zullen dan je bak niet in kruipen.




Als je slakken in je tuin niet leuk vindt, kun je ook proberen je tuin vriendelijker te maken voor kikkers en padden. Die eten graag slakken, net als sommige vogels. Vooral de lijsters lusten slakken graag. Het is wel een beetje zielig om die vogels met de slakken bezig te zien, want ze zoeken eerst een steen op om daar de slak stevig op en neer te timmeren totdat hun huisje stuk is. Daarna kunnen ze de slak lekker opsnoepen.



Ik heb begrepen dat jullie mensen ook wel eens een slakje willen opeten. Sommige slakken schijnen echt een lekkernij voor jullie mensen te zijn. Misschien een idee mocht je de slakkenplaag niet langer aankunnen. Gewoon de pan in ermee. Eet smakelijk. Eh, niet aan Jane vertellen dat ik dat gezegd heb hoor, want je weet, Jane eet geen dieren en als ze hoort wat ik gezegd heb, nou, dan zwaait er weer wat voor me.



Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer is er weer een plant aan de beurt. En welke plant dat is.............dat lees je wel de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, vind je mijn foto's niet prachtig? Zeg nou eerlijk, zijn slakjes niet schitterende diertjes. Die mogen toch ook wel bij jou in de tuin wonen? Ze zijn echt heel lief hoor. Dus niet meer doodmaken. Gewoon lekker laten leven. Dat ben je nu toch wel met me eens? Ik hoor graag je mening, dus mocht je mij een reactie willen geven, doe dat dan gerust.

zaterdag 14 maart 2015

Recept #2: Brandnetelsoep voor tuinen

Ik ben een tuin. En dus eet ik een beetje ander voedsel dan dat jullie mensen doen. Maar ik denk dat jullie dit recept ook allemaal erg lekker zullen vinden. Want we gaan vandaag een soepje maken. Een heerlijk soepje waar elke tuin van smult. Ik hoop dat jullie er ook van zullen smullen.


Ingredienten:
  1. 1 kilo brandnetels
  2. 10 liter water
  3. plastic ton met een inhoud van minstens 10 liter, liever iets groter
  4. deksel dat past op de ton
  5. 500 gram suiker

Het recept:
  • Knip een kilo jonge brandnetels, die nog niet in bloei staan, in kleine stukjes
  • Doe de brandnetels in de ton en giet er 10 liter (regen) water over heen
  • Gooi de suiker er boven op
  • Doe het deksel op de ton
  • Laat twee tot vier weken staan en roer elke dag even om
  • Als het soepje helder is, en er geen belletjes meer zichtbaar zijn, is het klaar
  • Dit soepje voor gebruik verdunnen, 1 liter soep met 10 liter water

Jamiejamie, dat wordt smullen! Plantjes vinden dit zo lekker! Hun blaadjes worden harder, waardoor bladluizen ze niet meer zo smakelijk vinden. Ze worden minder vatbaar voor schimmels en ziekten. En het doet het bodemleven ook heel goed door de stikstof en mineralen die er in zitten. Een heerlijke soepje voor uw tuin.

Maar wacht eens..........ik geloof dat dit soepje misschien toch niet zo goed is voor mensen???? Ik zal eens op het internet kijken. Oeps, als ik dat zo lees, is het misschien toch beter om deze soep maar niet op te eten als je een mens bent. Want ik zie dat mensen het brandnetelgier noemen en dat ze het alleen maar gebruiken om aan hun plantjes te geven. Wat zijn mensen toch rare wezens. Ok, ik weet dat dit soepje een beetje stinkt, maar dat is toch geen reden om er je neus voor op te trekken. Het is echt zalig. Kan ik je echt niet overhalen om eens een hapje te proeven? Nee? Ach, je weet niet wat je mist. Nou ja, dan zal ik de volgende keer maar eens zien of ik een geschikter recept voor jullie mensen kan vinden. Jullie zijn wel veeleisende wezens hoor. Mensen, ik zal ze wel nooit begrijpen.

Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer weer een artikel over een dier. Nee, wees maar niet bang, dit keer geen vogel. Het dier waar ik het de volgende keer over ga hebben.........daarover lees je wel de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, mocht je je nog bedenken en toch een kommetje van deze zalig brandnetelgiersoep willen proberen, stuur je me dan even een berichtje hoe het je gesmaakt heeft, want ik ben erg benieuwd of er ook mensen zijn die van deze heerlijke soep kunnen genieten. (Als je dan tenminste nog in staat bent om achter je toetsenbord plaats te nemen :-))

zaterdag 7 maart 2015

Plant #11: De hazelnoot (Corylus av. rode zellernoot)

In een klein tuintje, zoals ik dat ben, passen niet veel grote struiken. Jane, mijn eigenaresse, heeft dan ook haar best gedaan om zoveel mogelijk struiken uit te zoeken die klein blijven. Helaas is ze daar niet altijd in geslaagd, want sommige struiken in mij worden wel heel erg groot. Zoals bijvoorbeeld de hazelnotenstruik. Als piepklein struikje in mij geplaatst, is hij na enkele jaren ondertussen uitgegroeid tot de grootste struik die er in mij staat. Hij is werkelijk enorm groot en komt al bijna tot aan het dak van het huis. Op het kaartje dat aan de struik hing, stond dat hij 3 meter hoog kan worden. Ach, wat is nu drie meter, dacht Jane, dat stelt toch niets voor. Maar als je met eigen ogen ziet hoe hoog drie meter is, is het toch wel even slikken......

hazelnootstruik twee jaar oud

En de hazelnootstruik wordt niet alleen groot, hij wordt ook erg breed. Elk jaar weer komen er nieuwe takken uit de grond die hem steeds breder maken. Gelukkig kun je in de winter met een gerust hart oude takken bij de grond wegsnoeien, zodat je de struik een beetje in toom kunt houden. Het is een zeer goede winterharde struik en hij houdt ervan in de zon of halfschaduw te staan. Hij houdt wel van wat kalkrijke grond dus Jane geeft hem af en toe wat kalk. Hij wordt gevoed door zijn eigen bladafval, want Jane laat zijn bladeren gewoon liggen en verder leeft hij van de compost die Jane over de border waar hij staat heen strooit. Daar heeft hij blijkbaar genoeg aan, want hij doet het hier erg goed.
hazelnootstruik vier jaar oud

De rode hazelnoot is een prachtige struik. Hij is werkelijk in elk seizoen mooi. Hij is bladverliezend en in het voorjaar kun je genieten van zijn nieuw bladeren die schitterend roodbruin zijn. Ze hebben prachtige nerven en de blaadjes voelen heel zacht aan. Jane kan het niet laten om elke keer als ze bij mij komt, zo'n blaadje van de hazelnoot even te strelen.



Naar mate de lente vordert en de zomer nadert, beginnen de bladeren langzaam te verkleuren naar groen. Ondertussen begint de struik ook zijn hazelnootjes te maken. Onze hazelnoot is eenhuizig. Manlijke katjes en vrouwelijke bloemen zitten samen aan deze struik. De vrouwelijke bloemen zitten in tuilen aan de takken. Na de bevruchting ontwikkelen de bloemen zich tot een met een bast omhulde noot. De omhullende bast is in feite een vruchthuls, die uit twee gescheiden bladen bestaat. De rijpende noot is omgeven door een rode gefranjerde bolster. Het is een favoriete bezigheid van Jane om regelmatig onder de blaadjes van de hazelnootstruik te gluren hoeveel nootjes zij kan vinden.


In de zomer zit de hazelnootstruik vol met insecten. Vele soorten bijen, hommels, wespen en vliegen vliegen rond de takken van deze struik. Het is een waardplant voor veel dieren. Ook bepaalde nachtvlinders leggen hun eitjes op de bladeren van deze struik. De bladeren zitten dan vol met gele of bruine plekken. Daarna komen de rupsen. En natuurlijk eten zij wat blaadjes van deze struik kaal. Er hangen dan alleen nog wat geraamtes van nerven. Maar dat zijn er dan maar enkele. De struik heeft zoveel bladeren dat hij deze paar blaadjes wel kan missen. En Jane houdt nu eenmaal van rupsen, dus zij vindt dat niet erg. En de oogst wordt er niet minder door. Dus ach, waarom niet.




En dan, aan het eind van de zomer, begint het rapen van de noten. Elke dag liggen er weer tientallen nootjes bij mij op het terras en in de border. Elk jaar zijn het er weer meer. Jane kan het niet laten om ze elk jaar te tellen. Het tweede jaar waren het er 51. Het vierde jaar (afgelopen herfst) waren het er al 208. We zijn benieuwd hoeveel het dit jaar zullen worden. De nootjes zijn heerlijk. Ook de muisjes en de vogels lusten ze graag. Vooral de gaai smikkelt er enorm van. Daarom eet Jane de noten niet allemaal zelf op. Ze deelt de noten met de dieren.




En dan komt de herfst. En beginnen de manlijke katjes te groeien. Ook verkleuren de bladeren dan naar hazelnoot-geelbruin. Deze struik is dan weer erg mooi met zijn herfstkleur en al die katjes daar tussen in.




Tenslotte vallen de blaadjes eraf. Maar de katjes blijven hangen. En zij zorgen er voor dat de struik ook in de winter weer een genot is om naar te kijken. De katjes worden steeds langer en kleuren langzaam roder en roder. Als de winter bijna voorbij is, zijn de katjes erg lang en donkerrood. Het is dan een leuk gezicht als je deze lange katjes ziet wapperen in de wind.




En dan, als de lente komt, vallen alle katjes uit de struik en begint het allemaal weer opnieuw. Voor iedereen een echte aanrader, deze prachtige struik. Kopen dus.

Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer zal ik weer eens een lekker recept plaatsen. Zoals ik Jane beloofd heb deze keer niet iets met dieren erin zoals mijn vorig recept (zie het artikel over insectenratatouille hier op mijn blog), maar een plantaardig recept. Maar wat dat zal zijn.......dat vertel ik natuurlijk pas de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, plaats gerust een reactie als je iets zinnigs te zeggen hebt over dit artikel of over mijn blog. Elk advies, tip, compliment of opbouwende kritiek zal ik met plezier lezen. En mocht je niets zinnigs te zeggen hebben, maar toch willen reageren, doe dat dan vooral. Want mijn teksten zijn ook niet altijd zinnig, dus ook jouw onzinnige reactie is welkom.

zaterdag 28 februari 2015

Dier #11: De vink (Fringilla coelebs)

In een wilde tuin, zoals ik dat ben, kom je veel dieren tegen. Padden, kikkers, vissen, slakken, vlinders en allerlei insecten, ik zit er vol mee. Maar in de winter zie je die dieren niet meer. Ze zijn er niet meer of ze houden een winterslaap. Gelukkig zijn er nog wel vogels. Je zou denken dat die het hele jaar door volop bij mij aanwezig zijn. Maar dat is toch niet zo. De meeste vogels zie ik namelijk pas verschijnen in de winter. En ook de vogels die wel het hele jaar door bij mij aanwezig zijn, worden aangevuld met hun collega's uit andere tuinen die het bij mij in de winter meer naar hun zin hebben dan waar ze normaal hun dag doorbrengen. Dus in de winter ben ik altijd afgeladen met vogels. En Jane, mijn tuinvrouwtje, kan het niet laten om mij in de winter vol te laden met allerlei lekkere hapjes voor de vogeltjes. Elke week geeft ze een maandsalaris uit aan het kopen van vogelvoer. Tientallen plekken bij mij zijn omgetoverd tot heuse vogelrestaurants en er is zo veel variatie aan vogelvoer aanwezig waardoor je er makkelijk een zeer gevarieerd zeven gangen diner mee zou kunnen maken. Jane is elke dag druk om die enorme voorraden voedsel aan te vullen (zie het artikel over winterwerkzaamheden van verleden week). Daarnaast brengt ze nog uren door met alleen maar wezenloos uit het raam te staren om te zien hoe die vogeltjes alles aan het opsnoepen zijn. Na de winter moet Jane altijd weer hard werken aan allerlei achterstallige zaken, want in de winter doet ze niet veel. Het lijkt wel alsof Jane in de winter zelf ook een winterslaapje doet.


Maar goed, ik wil hier niet uitgebreid een verhaal over Jane's luie buien vertellen. Ik wilde het hebben over de vink. Toen Jane op een dag weer eens uit het raam aan het loeren was, ontdekte ze een rare mus. Die mus zat gewoon tussen de rest van de mussen, maar hij zag er toch wel een beetje anders uit. Nu is Jane ook iemand die nogal anders is dan anderen, dus dat schept meteen een band. Ze kon haar ogen niet van dit vreemde wezentje afhouden. Niet alleen zag hij er anders uit, hij gedroeg zich toch ook wat anders dan al die andere mussen. Toen de zwerm mussen weg vloog, ging deze vreemde zonderling gezellig met ze mee. Hij leek er toch wel bij te horen, ook al was hij dan een beetje een buitenbeentje.


Omdat die zwerm met mussen regelmatig even bij ons langs wipt, en die vreemde eend in de bijt er elke keer bij was, kon Jane hem steeds vaker bekijken. Als de mussen met zijn allen gezamenlijk op het terras aan het eten waren, ging deze vreemde vogel juist tussen de struiken op de grond rond scharrelen. De havermout en het brood liet hij links liggen. In plaats daarvan zocht hij juist naar de geknoeide resten van pinda's en zonnebloempitten die de mezen hadden achtergelaten. Ook zaadjes vond hij erg lekker. Maar terwijl de mussen die zaadjes vonden op het terras waar stapels van dat spul liggen, gaf hij er de voorkeur aan de van het terras afgewaaide zaadjes die in de border lagen op te eten.


Nu moet je weten dat Jane al wat ouder begint te worden. Je weet wel, die leeftijd waarop grijze haren en rimpels beginnen te verschijnen. En ook de leeftijd waarop ogen ook wat minder scherp gaan zien. Daarnaast is Jane ook nog zo rare dat ze meestal de duidelijkste dingen die zich vlak voor haar neus aan het afspelen zijn nog niet eens opmerkt. Dus het duurde toch wel een paar dagen voordat het tot haar begon door te dringen, dat dit wel eens niet een mus maar een andere vogel zou kunnen zijn. Vervolgens begon een speurtocht in vogelboeken en op het internet en al snel had ze ontdekt welke vogel er toch steeds in de tuin rond wipte. Want een vink is nu eenmaal een hele normale tuinvogel die je overal tegen komt, niets bijzonders aan. Al is het toch wel zo, volgens de verhalen die Jane over de vink gelezen heeft, dat vinken bij voorkeur in de winter in zwermen samen leven. Nou ja, deze vink leeft natuurlijk ook in een zwerm, al is het dan niet een zwerm vinken maar een zwerm mussen. Hij heeft de juiste tuin uitgezocht, want hij is net zo rare vogel als Jane, of net zo'n rare als ik natuurlijk. Want ook ik ben hier een uitzondering tussen al die nette tuinen. Ja wij drieën passen heel goed bij elkaar. Dus we hopen dat "ons" vinkje nog heel lang regelmatig bij ons langs zal wippen.


Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer ga ik het hebben over de grootste struik die in mij staat. Een prachtige struik die werkelijk in alle seizoenen mooi is en waarvan je ook nog volop kunt eten. En dat is natuurlijk.............ach, weet je wat? Dat vertel ik je de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)


Trouwens, hebben jullie al gezien dat ik een poll heb geplaatst? Je kunt hem hier rechts boven aan vinden. Ik zou het heel fijn vinden als je daar even een "vinkje" achter zou laten. Twee of meer kan ook. Weet ik ook weer wat mijn lezers het leukst vinden aan mijn blog. Wie weet kan ik er dan ook nog iets zinnigs mee doen, bijvoorbeeld meer artikelen maken over die onderwerpen?

zaterdag 21 februari 2015

Dagboek van een tuin #2: Winterwerkzaamheden

Hier bij mij in de straat wordt er van de lente tot de herfst 24 uur per dag in de tuinen gewerkt. Want alles moet er piekfijn uitzien. Het is hier dan ook altijd vreselijk druk met druk werkende mensen. Maar zodra de winter begint, zie je niemand meer. Alle tuinen liggen er stil en verlaten bij. Geen mens komt nog zijn huis uit. Nou ja, alleen als het heeft gesneeuwd, want dan komen alle bewoners, als ware zij kakkerlakken, tegelijk uit hun huizen gekropen om met zijn allen fanatiek de sneeuw weg te scheppen van paden en stoepjes. Na al dit werk zijn alle paden en de gehele stoep hier in de straat helemaal sneeuwvrij. Behalve die van Jane dan. Want Jane doet helemaal niets aan die sneeuw. Haar pad en het deel van de stoep dat langs mijn zus de voortuin ligt, zijn dan ook nog de enige plekken waar je over de sneeuw heen kunt lopen. Dat heb je met die vreemde gasten zoals Jane, die rare types die alles anders doen dan alle anderen. Jane doet dus niet mee met die sneeuwschepperij. In plaats daarvan is zij, als enige,  juist wel tijdens de winter druk bezig in haar tuin. In mij dus. Want zoals jullie weten ben ik de tuin van Jane. Ik ben haar paradijsje en daar ben ik best wel trots op. En vandaag ga ik jullie, in dit dagboek van een tuin, vertellen welke werkzaamheden mijn eigenaresse Jane bij mij verricht in de winter.


Vogels voeren:
Elke dag komt Jane een rondje door mij heen maken. Ja, zelfs als het regent of als er sneeuw ligt. Want Jane moet mijn gasten voeren. De vogels dus. Omdat er enorme zwermen vogels in mij landen en daar hun buik vol eten, moet er elke dag een flinke voorraad voer aangevuld worden. En daar is Jane altijd elke ochtend weer druk mee. De meeste gasten zitten al trouw te wachten op de takken van mijn struiken, op de schutting of op het dak van het huis totdat Jane klaar is. Behalve merelkereltje dan, want die loopt als een kipje zonder kop de hele tijd achter Jane aan totdat zij zijn druifjes heeft neergelegd. En dat vindt Jane zo leuk, dat zij altijd pas de druiven als laatste neerlegt. En als Jane naar binnen gaat en de tuindeur nog niet eens achter zich heeft dicht gedaan, vallen al die wachtende vogels massaal aan op het door Jane neergelegde voer. Wat zijn ze dit jaar toch hongerig.

zonnebloempitten en mezenbollen in een mandje op de tuintafel

Winterbescherming controleren:
Ook een dagelijks ritueel is het controleren of de winterbescherming nog in orde is (zie het artikel over winterverzorging van de tuin hier op mijn blog). Hooi- en strolagen worden zo nodig aangevuld, afgezakte winterjasjes worden weer omhoog gehesen en als het erg vriest worden erg vorstgevoelige planten in pot voor de nacht binnen gezet en gaan overdag weer naar buiten. Gelukkig is de winter dit jaar niet erg streng, (die winterbescherming had wel achterwege kunnen blijven!) dus veel werk is het eigenlijk niet deze winter.

stapeltje broodkruimels
bergje havermout

fruit en zaden voor de merels

Snoeien:
Als je een wilde natuurlijke tuin bent, en alle planten dus lekker mogen groeien zoals ze willen, maar je wel een tuin tussen andere tuinen bent en de eigenaren van deze tuinen helemaal niet van een wilde tuin houden en jouw over de schutting heen groeiende planten, struiken en bomen helemaal niet zien zitten, zal er gesnoeid moeten worden. Ook als planten elkaar gaan overwoekeren, moet er soms ingegrepen worden. En dat snoeien kun je vaak het beste doen in de winter, zolang het tenminste niet vriest. Jane komt zelf bij mij de dunne takken van de struiken wegknippen. Als er dikkere takken geknipt/gezaagd moeten worden, dan moet Tarzan weer even lief aangekeken worden. Na al dat snoeiwerk voel ik me altijd enorm kaal, maar ja, dat hoort er ook bij als je een tuin bent.


bakje nootjes voor de mezen, veilig achter tralies
de zaden gaan erin als koek



















Bladeren van terras afvegen:
Ik heb een terras van hout. Die wordt erg glad zodra het gaat regenen. Sneeuw, hagel en ijzel maken het nog gladder. Maar het ergste is als er bladeren op gaan liggen rotten. En Jane wil liever niet uitglijden met de kans op botbreuken, want dokter- en ziekenhuisbezoeken ziet ze natuurlijk helemaal niet zitten. Maar als je een wilde tuin bent en je eigenaresse laat de bladeren lekker in de borders liggen en deze worden door de wind op je terras geblazen, dan zul je daar regelmatig aandacht aan moeten schenken. Jane heeft een bezem, dus je zou denken dat ze dan even het terras komt schoon vegen. Maar nee hoor, Jane doet het natuurlijk weer anders dan alle anderen. Want zij veegt elke dag het terras schoon met haar voet! Met haar voet duwt zij de bladeren van het terras weer terug in de borders. Tja, even met een voet het terras schoon schrapen als je toch bezig bent om de vogels te voeren, waarom ook niet? Die Jane, die moet het altijd weer anders doen.

vetbol onder een kapje
gevulde kokosnoot

pindakaaspotje beveiligd tegen grote snoepers


Bemesten:
Aan het eind van de winter is het tijd voor het bemesten van je tuin. Vroeger kwam Jane dan met een grote emmer met koemestkorrels bij mij en gooide overal handenvol van dat stinkend goedje op de grond. Tegenwoordig gaat het anders. Jane laat alle bladeren in de herfst bij mij liggen, gebruikt een mulch op de bodem die langzaam weg rot en vrij voedzaam is en heeft sinds enige tijd een compostvat. Je eigen compost over je border en groentetuin uit kunnen strooien is natuurlijk geweldig. Die emmer met koemestkorrels, die zien we niet meer terug.

pindaslinger voor de (Vlaamse) gaai

vetblok in vetblokhouder op de grond zodat iedereen er bij kan

Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer krijgen jullie weer een artikel over een vogel. Ja, ik weet het, het wordt eentonig, al die vogels. Maar ja, andere dieren zijn hier op dit moment niet bij mij aan het rondscharrelen, dus ja, weer een vogel.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, welke werkzaamheden verrichten jullie in de winter in de tuin? Willen jullie dat met mij delen, schroom dan niet om een berichtje te plaatsen.