In een wilde tuin, zoals ik dat ben, kom je veel dieren tegen. Padden, kikkers, vissen, slakken, vlinders en allerlei insecten, ik zit er vol mee. Maar in de winter zie je die dieren niet meer. Ze zijn er niet meer of ze houden een winterslaap. Gelukkig zijn er nog wel vogels. Je zou denken dat die het hele jaar door volop bij mij aanwezig zijn. Maar dat is toch niet zo. De meeste vogels zie ik namelijk pas verschijnen in de winter. En ook de vogels die wel het hele jaar door bij mij aanwezig zijn, worden aangevuld met hun collega's uit andere tuinen die het bij mij in de winter meer naar hun zin hebben dan waar ze normaal hun dag doorbrengen. Dus in de winter ben ik altijd afgeladen met vogels. En Jane, mijn tuinvrouwtje, kan het niet laten om mij in de winter vol te laden met allerlei lekkere hapjes voor de vogeltjes. Elke week geeft ze een maandsalaris uit aan het kopen van vogelvoer. Tientallen plekken bij mij zijn omgetoverd tot heuse vogelrestaurants en er is zo veel variatie aan vogelvoer aanwezig waardoor je er makkelijk een zeer gevarieerd zeven gangen diner mee zou kunnen maken. Jane is elke dag druk om die enorme voorraden voedsel aan te vullen (zie het artikel over winterwerkzaamheden van verleden week). Daarnaast brengt ze nog uren door met alleen maar wezenloos uit het raam te staren om te zien hoe die vogeltjes alles aan het opsnoepen zijn. Na de winter moet Jane altijd weer hard werken aan allerlei achterstallige zaken, want in de winter doet ze niet veel. Het lijkt wel alsof Jane in de winter zelf ook een winterslaapje doet.
Maar goed, ik wil hier niet uitgebreid een verhaal over Jane's luie buien vertellen. Ik wilde het hebben over de vink. Toen Jane op een dag weer eens uit het raam aan het loeren was, ontdekte ze een rare mus. Die mus zat gewoon tussen de rest van de mussen, maar hij zag er toch wel een beetje anders uit. Nu is Jane ook iemand die nogal anders is dan anderen, dus dat schept meteen een band. Ze kon haar ogen niet van dit vreemde wezentje afhouden. Niet alleen zag hij er anders uit, hij gedroeg zich toch ook wat anders dan al die andere mussen. Toen de zwerm mussen weg vloog, ging deze vreemde zonderling gezellig met ze mee. Hij leek er toch wel bij te horen, ook al was hij dan een beetje een buitenbeentje.
Omdat die zwerm met mussen regelmatig even bij ons langs wipt, en die vreemde eend in de bijt er elke keer bij was, kon Jane hem steeds vaker bekijken. Als de mussen met zijn allen gezamenlijk op het terras aan het eten waren, ging deze vreemde vogel juist tussen de struiken op de grond rond scharrelen. De havermout en het brood liet hij links liggen. In plaats daarvan zocht hij juist naar de geknoeide resten van pinda's en zonnebloempitten die de mezen hadden achtergelaten. Ook zaadjes vond hij erg lekker. Maar terwijl de mussen die zaadjes vonden op het terras waar stapels van dat spul liggen, gaf hij er de voorkeur aan de van het terras afgewaaide zaadjes die in de border lagen op te eten.
Nu moet je weten dat Jane al wat ouder begint te worden. Je weet wel, die leeftijd waarop grijze haren en rimpels beginnen te verschijnen. En ook de leeftijd waarop ogen ook wat minder scherp gaan zien. Daarnaast is Jane ook nog zo rare dat ze meestal de duidelijkste dingen die zich vlak voor haar neus aan het afspelen zijn nog niet eens opmerkt. Dus het duurde toch wel een paar dagen voordat het tot haar begon door te dringen, dat dit wel eens niet een mus maar een andere vogel zou kunnen zijn. Vervolgens begon een speurtocht in vogelboeken en op het internet en al snel had ze ontdekt welke vogel er toch steeds in de tuin rond wipte. Want een vink is nu eenmaal een hele normale tuinvogel die je overal tegen komt, niets bijzonders aan. Al is het toch wel zo, volgens de verhalen die Jane over de vink gelezen heeft, dat vinken bij voorkeur in de winter in zwermen samen leven. Nou ja, deze vink leeft natuurlijk ook in een zwerm, al is het dan niet een zwerm vinken maar een zwerm mussen. Hij heeft de juiste tuin uitgezocht, want hij is net zo rare vogel als Jane, of net zo'n rare als ik natuurlijk. Want ook ik ben hier een uitzondering tussen al die nette tuinen. Ja wij drieën passen heel goed bij elkaar. Dus we hopen dat "ons" vinkje nog heel lang regelmatig bij ons langs zal wippen.
Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer ga ik het hebben over de grootste struik die in mij staat. Een prachtige struik die werkelijk in alle seizoenen mooi is en waarvan je ook nog volop kunt eten. En dat is natuurlijk.............ach, weet je wat? Dat vertel ik je de volgende keer.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Trouwens, hebben jullie al gezien dat ik een poll heb geplaatst? Je kunt hem hier rechts boven aan vinden. Ik zou het heel fijn vinden als je daar even een "vinkje" achter zou laten. Twee of meer kan ook. Weet ik ook weer wat mijn lezers het leukst vinden aan mijn blog. Wie weet kan ik er dan ook nog iets zinnigs mee doen, bijvoorbeeld meer artikelen maken over die onderwerpen?
Over mij
Dit blog is geschreven door een tuin. Een kleine wilde natuurlijke tuin. In dit blog schrijft die tuin over alles wat hij mee maakt. Ook zul je in dit blog de belevenissen van de eigenaresse van deze tuin aantreffen. Haar naam is Jane. De tuin is haar paradijsje: Jane's paradijsje.
Het doel van dit blog is om kennis over te dragen, ervaringen te delen en iedereen die het leest enthousiast te maken
om ook op een natuurlijke manier met planten en dieren in je tuin om te gaan.
Het paradijsje van Jane: De enige tuin die zijn eigen blog heeft.
Het doel van dit blog is om kennis over te dragen, ervaringen te delen en iedereen die het leest enthousiast te maken
om ook op een natuurlijke manier met planten en dieren in je tuin om te gaan.
Het paradijsje van Jane: De enige tuin die zijn eigen blog heeft.
zaterdag 28 februari 2015
Dier #11: De vink (Fringilla coelebs)
Locatie:
Nederland
zaterdag 21 februari 2015
Dagboek van een tuin #2: Winterwerkzaamheden
Hier bij mij in de straat wordt er van de lente tot de herfst 24 uur per dag in de tuinen gewerkt. Want alles moet er piekfijn uitzien. Het is hier dan ook altijd vreselijk druk met druk werkende mensen. Maar zodra de winter begint, zie je niemand meer. Alle tuinen liggen er stil en verlaten bij. Geen mens komt nog zijn huis uit. Nou ja, alleen als het heeft gesneeuwd, want dan komen alle bewoners, als ware zij kakkerlakken, tegelijk uit hun huizen gekropen om met zijn allen fanatiek de sneeuw weg te scheppen van paden en stoepjes. Na al dit werk zijn alle paden en de gehele stoep hier in de straat helemaal sneeuwvrij. Behalve die van Jane dan. Want Jane doet helemaal niets aan die sneeuw. Haar pad en het deel van de stoep dat langs mijn zus de voortuin ligt, zijn dan ook nog de enige plekken waar je over de sneeuw heen kunt lopen. Dat heb je met die vreemde gasten zoals Jane, die rare types die alles anders doen dan alle anderen. Jane doet dus niet mee met die sneeuwschepperij. In plaats daarvan is zij, als enige, juist wel tijdens de winter druk bezig in haar tuin. In mij dus. Want zoals jullie weten ben ik de tuin van Jane. Ik ben haar paradijsje en daar ben ik best wel trots op. En vandaag ga ik jullie, in dit dagboek van een tuin, vertellen welke werkzaamheden mijn eigenaresse Jane bij mij verricht in de winter.
Vogels voeren:
Elke dag komt Jane een rondje door mij heen maken. Ja, zelfs als het regent of als er sneeuw ligt. Want Jane moet mijn gasten voeren. De vogels dus. Omdat er enorme zwermen vogels in mij landen en daar hun buik vol eten, moet er elke dag een flinke voorraad voer aangevuld worden. En daar is Jane altijd elke ochtend weer druk mee. De meeste gasten zitten al trouw te wachten op de takken van mijn struiken, op de schutting of op het dak van het huis totdat Jane klaar is. Behalve merelkereltje dan, want die loopt als een kipje zonder kop de hele tijd achter Jane aan totdat zij zijn druifjes heeft neergelegd. En dat vindt Jane zo leuk, dat zij altijd pas de druiven als laatste neerlegt. En als Jane naar binnen gaat en de tuindeur nog niet eens achter zich heeft dicht gedaan, vallen al die wachtende vogels massaal aan op het door Jane neergelegde voer. Wat zijn ze dit jaar toch hongerig.
Winterbescherming controleren:
Ook een dagelijks ritueel is het controleren of de winterbescherming nog in orde is (zie het artikel over winterverzorging van de tuin hier op mijn blog). Hooi- en strolagen worden zo nodig aangevuld, afgezakte winterjasjes worden weer omhoog gehesen en als het erg vriest worden erg vorstgevoelige planten in pot voor de nacht binnen gezet en gaan overdag weer naar buiten. Gelukkig is de winter dit jaar niet erg streng, (die winterbescherming had wel achterwege kunnen blijven!) dus veel werk is het eigenlijk niet deze winter.
Snoeien:
Als je een wilde natuurlijke tuin bent, en alle planten dus lekker mogen groeien zoals ze willen, maar je wel een tuin tussen andere tuinen bent en de eigenaren van deze tuinen helemaal niet van een wilde tuin houden en jouw over de schutting heen groeiende planten, struiken en bomen helemaal niet zien zitten, zal er gesnoeid moeten worden. Ook als planten elkaar gaan overwoekeren, moet er soms ingegrepen worden. En dat snoeien kun je vaak het beste doen in de winter, zolang het tenminste niet vriest. Jane komt zelf bij mij de dunne takken van de struiken wegknippen. Als er dikkere takken geknipt/gezaagd moeten worden, dan moet Tarzan weer even lief aangekeken worden. Na al dat snoeiwerk voel ik me altijd enorm kaal, maar ja, dat hoort er ook bij als je een tuin bent.
Bladeren van terras afvegen:
Ik heb een terras van hout. Die wordt erg glad zodra het gaat regenen. Sneeuw, hagel en ijzel maken het nog gladder. Maar het ergste is als er bladeren op gaan liggen rotten. En Jane wil liever niet uitglijden met de kans op botbreuken, want dokter- en ziekenhuisbezoeken ziet ze natuurlijk helemaal niet zitten. Maar als je een wilde tuin bent en je eigenaresse laat de bladeren lekker in de borders liggen en deze worden door de wind op je terras geblazen, dan zul je daar regelmatig aandacht aan moeten schenken. Jane heeft een bezem, dus je zou denken dat ze dan even het terras komt schoon vegen. Maar nee hoor, Jane doet het natuurlijk weer anders dan alle anderen. Want zij veegt elke dag het terras schoon met haar voet! Met haar voet duwt zij de bladeren van het terras weer terug in de borders. Tja, even met een voet het terras schoon schrapen als je toch bezig bent om de vogels te voeren, waarom ook niet? Die Jane, die moet het altijd weer anders doen.
Bemesten:
Aan het eind van de winter is het tijd voor het bemesten van je tuin. Vroeger kwam Jane dan met een grote emmer met koemestkorrels bij mij en gooide overal handenvol van dat stinkend goedje op de grond. Tegenwoordig gaat het anders. Jane laat alle bladeren in de herfst bij mij liggen, gebruikt een mulch op de bodem die langzaam weg rot en vrij voedzaam is en heeft sinds enige tijd een compostvat. Je eigen compost over je border en groentetuin uit kunnen strooien is natuurlijk geweldig. Die emmer met koemestkorrels, die zien we niet meer terug.
Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer krijgen jullie weer een artikel over een vogel. Ja, ik weet het, het wordt eentonig, al die vogels. Maar ja, andere dieren zijn hier op dit moment niet bij mij aan het rondscharrelen, dus ja, weer een vogel.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Groetjes van het paradijsje van Jane.
Trouwens, welke werkzaamheden verrichten jullie in de winter in de tuin? Willen jullie dat met mij delen, schroom dan niet om een berichtje te plaatsen.
Vogels voeren:
Elke dag komt Jane een rondje door mij heen maken. Ja, zelfs als het regent of als er sneeuw ligt. Want Jane moet mijn gasten voeren. De vogels dus. Omdat er enorme zwermen vogels in mij landen en daar hun buik vol eten, moet er elke dag een flinke voorraad voer aangevuld worden. En daar is Jane altijd elke ochtend weer druk mee. De meeste gasten zitten al trouw te wachten op de takken van mijn struiken, op de schutting of op het dak van het huis totdat Jane klaar is. Behalve merelkereltje dan, want die loopt als een kipje zonder kop de hele tijd achter Jane aan totdat zij zijn druifjes heeft neergelegd. En dat vindt Jane zo leuk, dat zij altijd pas de druiven als laatste neerlegt. En als Jane naar binnen gaat en de tuindeur nog niet eens achter zich heeft dicht gedaan, vallen al die wachtende vogels massaal aan op het door Jane neergelegde voer. Wat zijn ze dit jaar toch hongerig.
zonnebloempitten en mezenbollen in een mandje op de tuintafel |
Winterbescherming controleren:
Ook een dagelijks ritueel is het controleren of de winterbescherming nog in orde is (zie het artikel over winterverzorging van de tuin hier op mijn blog). Hooi- en strolagen worden zo nodig aangevuld, afgezakte winterjasjes worden weer omhoog gehesen en als het erg vriest worden erg vorstgevoelige planten in pot voor de nacht binnen gezet en gaan overdag weer naar buiten. Gelukkig is de winter dit jaar niet erg streng, (die winterbescherming had wel achterwege kunnen blijven!) dus veel werk is het eigenlijk niet deze winter.
stapeltje broodkruimels |
bergje havermout |
fruit en zaden voor de merels |
Snoeien:
Als je een wilde natuurlijke tuin bent, en alle planten dus lekker mogen groeien zoals ze willen, maar je wel een tuin tussen andere tuinen bent en de eigenaren van deze tuinen helemaal niet van een wilde tuin houden en jouw over de schutting heen groeiende planten, struiken en bomen helemaal niet zien zitten, zal er gesnoeid moeten worden. Ook als planten elkaar gaan overwoekeren, moet er soms ingegrepen worden. En dat snoeien kun je vaak het beste doen in de winter, zolang het tenminste niet vriest. Jane komt zelf bij mij de dunne takken van de struiken wegknippen. Als er dikkere takken geknipt/gezaagd moeten worden, dan moet Tarzan weer even lief aangekeken worden. Na al dat snoeiwerk voel ik me altijd enorm kaal, maar ja, dat hoort er ook bij als je een tuin bent.
bakje nootjes voor de mezen, veilig achter tralies |
de zaden gaan erin als koek |
Bladeren van terras afvegen:
Ik heb een terras van hout. Die wordt erg glad zodra het gaat regenen. Sneeuw, hagel en ijzel maken het nog gladder. Maar het ergste is als er bladeren op gaan liggen rotten. En Jane wil liever niet uitglijden met de kans op botbreuken, want dokter- en ziekenhuisbezoeken ziet ze natuurlijk helemaal niet zitten. Maar als je een wilde tuin bent en je eigenaresse laat de bladeren lekker in de borders liggen en deze worden door de wind op je terras geblazen, dan zul je daar regelmatig aandacht aan moeten schenken. Jane heeft een bezem, dus je zou denken dat ze dan even het terras komt schoon vegen. Maar nee hoor, Jane doet het natuurlijk weer anders dan alle anderen. Want zij veegt elke dag het terras schoon met haar voet! Met haar voet duwt zij de bladeren van het terras weer terug in de borders. Tja, even met een voet het terras schoon schrapen als je toch bezig bent om de vogels te voeren, waarom ook niet? Die Jane, die moet het altijd weer anders doen.
vetbol onder een kapje |
gevulde kokosnoot |
pindakaaspotje beveiligd tegen grote snoepers |
Bemesten:
Aan het eind van de winter is het tijd voor het bemesten van je tuin. Vroeger kwam Jane dan met een grote emmer met koemestkorrels bij mij en gooide overal handenvol van dat stinkend goedje op de grond. Tegenwoordig gaat het anders. Jane laat alle bladeren in de herfst bij mij liggen, gebruikt een mulch op de bodem die langzaam weg rot en vrij voedzaam is en heeft sinds enige tijd een compostvat. Je eigen compost over je border en groentetuin uit kunnen strooien is natuurlijk geweldig. Die emmer met koemestkorrels, die zien we niet meer terug.
pindaslinger voor de (Vlaamse) gaai |
vetblok in vetblokhouder op de grond zodat iedereen er bij kan |
Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer krijgen jullie weer een artikel over een vogel. Ja, ik weet het, het wordt eentonig, al die vogels. Maar ja, andere dieren zijn hier op dit moment niet bij mij aan het rondscharrelen, dus ja, weer een vogel.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Groetjes van het paradijsje van Jane.
Trouwens, welke werkzaamheden verrichten jullie in de winter in de tuin? Willen jullie dat met mij delen, schroom dan niet om een berichtje te plaatsen.
Locatie:
Nederland
zaterdag 14 februari 2015
Plant #10: De varen (Pteropsida/Monilophyta)
In deze tijd van het jaar ben ik altijd een beetje depressief. Ja, ook een tuin, zoals ik ben, kan zoiets overkomen. Alles is zo kaal bij mij en er zijn geen mooie insecten die bij mij rond wandelen of prachtig vlinders en bijtjes die in mij rondvliegen en er zijn zelfs geen grappige kikkertjes of rare padden die in mij rondspringen of kruipen. En Jane, mijn tuinvrouwtje, zie ik ook nog maar zelden in mij rondlopen. Die vindt het bij mij te koud en blijft de hele tijd binnen. Ja, er gebeurt helemaal niets meer bij mij en dat is zo saai. En ik voel me ook een beetje eenzaam. Daarnaast is het zo koud en soms ligt er ook nog een pak sneeuw over de grond waardoor alles nog eentoniger wordt. Bah, er is niets leuks aan de winter. Van mij mag het snel weer lente worden.
Maar ik zal niet verder klagen, want daarvoor zijn jullie niet hier op mijn blog gekomen. Jullie komen hier om iets te lezen over varens. Varens zijn heel belangrijk voor een tuin zoals ik. Varens maken het in de winter namelijk een stuk minder saai. Als je tenminste groenblijvende varens hebt gekocht. Er zijn ook bladverliezende varens, maar daar heb je natuurlijk niets aan als het winter is. Varens zijn er al heel lang. Die waren er zelfs al toen er nog niet eens mensen op de aarde rondliepen. Je kunt ze ook overal op de wereld tegen komen. Varens houden van een natte omgeving. Zowel van een beetje water op hun grond als van een hoge luchtvochtigheid. Daarom zijn er veel varens die groeien in regenwouden. Maar er zijn ook varens die het prima doen op hele droge plekjes of die zelfs in muren groeien. Maar dat zijn uitzonderingen, want de meeste varens hebben een vochtige omgeving nodig voor hun voortplanting
Varens krijgen geen bloemen en ook geen zaden. Ze planten zich voort door middel van sporen. Deze zitten aan de onderkant van hun bladeren. Soms zijn deze sporen bruin, soms groen. Niet alle bladeren van de varen hebben sporen. Varens hebben bladeren die vruchtbaar zijn en onvruchtbare bladeren. Sommige varens zijn heel klein, die passen goed in een rotstuintje. Anderen zijn enorm groot, die lijken wel op bomen. Ze worden dan ook boomvarens genoemd. Een goed water doorlatende grond die wat kalk bevat, vinden varens fijn. Hoewel hier ook weer uitzonderingen op zijn, want er zijn varens bij die juist wat zure grond willen hebben. De meeste varens houden niet zo van de zon. Ze staan liever een beetje in de schaduw. Je ziet ze dan ook vaak onder bomen staan.
Omdat varens niet kunnen pronken met bloemen, wil nog niet zeggen dat ze niet mooi kunnen zijn. Varens hebben namelijk heel mooi blad. Er zijn verschillende kleuren groen en sommige hebben ook nog bladeren die roodachtig zijn. Ze zijn er met rechte ongevederde, licht gevederde, enkel gelobde, dubbel gelobde, enkel geveerd en dubbel geveerd blad. Met al die gekrulde, gegolfde en geveerde bladeren is er voor iedereen wel een varen te vinden die in de smaak zal vallen. Je hebt ook varens die bladeren hebben die in een krul beginnen en dan uitrollen vanuit die krul, wat ook heel leuk is om te zien.
Jane wilde ook graag een varen bij mij planten. Ze begon met 1 mooie varen en heeft die onder de kronkelhazelaar geplaatst. Daar staat hij lekker in de schaduw. Maar al snel was daar een varenveldje ontstaan, want Jane is iemand die niet vaak met maar 1 tevreden is. Er zijn zoveel mooie varens, dus er werden er steeds meer bijgekocht. En nu staan daar 7 verschillende varens. Natuurlijk zijn dat veel te veel varens bij elkaar dus ze beginnen elkaar al lekker te overwoekeren. Tja, dat gebeurt wel vaker bij mij, want die Jane, die weet nooit wanneer ze moet stoppen.
De 1e varen die Jane gekocht heeft is de tongvaren (asplenium scolopendrium). Deze wordt 60 cm hoog. Een prachtige varen. Jane is er erg gek op.
De steenbreekvaren (asplenium trichomanes) is de kleinste. Hij wordt maar 20 cm hoog. Eigenlijk is het een varen die op muurtjes en rotsachtige grond hoort te groeien, maar Jane wist dat niet, dus nu staat hij gewoon tussen de andere varens en voorlopig doet hij het daar nog goed.
De dubbelloofvaren (blechnum spicant) staat naast dat kleintje en wordt wat groter. Hij wordt namelijk 40 cm hoog.
De glansschildvaren (polystichum polyblepharum) staat in het midden en begint al die twee kleintjes die er voor staan te overwoeken, want hij wordt 60 cm hoog.
De rode sluiervaren (dryopteris erythrosora), de naam zegt het al, loopt uit met rode bladeren die daarna bruin en tenslotte groen worden. Bij mij heeft hij momenteel alleen nog maar groene bladeren. Jane heeft hem aan de zijkant gezet zodat hij wat ruimte heeft, want hij kan 70 cm hoog worden.
Verder staat er achter de anderen nog een zachte naaldvaren (polystichum setiferum) die 60 cm hoog wordt.
Dan hebben we nog een ijzervaren (cyrtomium falcatum) die ook 70 cm hoog kan worden. Hier hebben wij geen foto van, want deze is bovengronds afgestorven. Hij komt uit oost-azie en kan tegen matige vorst. Verleden jaar was hij ook bovengronds afgestorven en Jane dacht al dat er geen leven meer in zat, maar toen het lente werd, kwam hij weer uit de grond geschoten. Dus we hopen dat hij deze lente ook weer zal verschijnen.
Ik zou nu nog veel meer kunnen vertellen over varens, want over varens kan ik uren kletsen, maar ik heb op iemands blog gelezen dat je beter niet te langdradig kunt worden, want mensen houden er meestal van om korte artikelen te lezen, dus ik laat het hierbij. De volgende keer zal ik jullie weer trakteren op een stukje Dagboek van een tuin. Dat gaat dit keer over alle winterwerkzaamheden, want Jane heeft in de winter toch zoveel bij mij te doen, maar wat.......dat vertel ik je de volgende keer.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Groetjes van het paradijsje van Jane.
Trouwens, ik ben erg benieuwd wat de mening is van mijn lezers. Vinden jullie ook dat korte artikelen lekker te lezen zijn of houden jullie juist van heerlijke lange verhalen? Laat dat maar eens weten in een berichtje.
Maar ik zal niet verder klagen, want daarvoor zijn jullie niet hier op mijn blog gekomen. Jullie komen hier om iets te lezen over varens. Varens zijn heel belangrijk voor een tuin zoals ik. Varens maken het in de winter namelijk een stuk minder saai. Als je tenminste groenblijvende varens hebt gekocht. Er zijn ook bladverliezende varens, maar daar heb je natuurlijk niets aan als het winter is. Varens zijn er al heel lang. Die waren er zelfs al toen er nog niet eens mensen op de aarde rondliepen. Je kunt ze ook overal op de wereld tegen komen. Varens houden van een natte omgeving. Zowel van een beetje water op hun grond als van een hoge luchtvochtigheid. Daarom zijn er veel varens die groeien in regenwouden. Maar er zijn ook varens die het prima doen op hele droge plekjes of die zelfs in muren groeien. Maar dat zijn uitzonderingen, want de meeste varens hebben een vochtige omgeving nodig voor hun voortplanting
Varens krijgen geen bloemen en ook geen zaden. Ze planten zich voort door middel van sporen. Deze zitten aan de onderkant van hun bladeren. Soms zijn deze sporen bruin, soms groen. Niet alle bladeren van de varen hebben sporen. Varens hebben bladeren die vruchtbaar zijn en onvruchtbare bladeren. Sommige varens zijn heel klein, die passen goed in een rotstuintje. Anderen zijn enorm groot, die lijken wel op bomen. Ze worden dan ook boomvarens genoemd. Een goed water doorlatende grond die wat kalk bevat, vinden varens fijn. Hoewel hier ook weer uitzonderingen op zijn, want er zijn varens bij die juist wat zure grond willen hebben. De meeste varens houden niet zo van de zon. Ze staan liever een beetje in de schaduw. Je ziet ze dan ook vaak onder bomen staan.
Omdat varens niet kunnen pronken met bloemen, wil nog niet zeggen dat ze niet mooi kunnen zijn. Varens hebben namelijk heel mooi blad. Er zijn verschillende kleuren groen en sommige hebben ook nog bladeren die roodachtig zijn. Ze zijn er met rechte ongevederde, licht gevederde, enkel gelobde, dubbel gelobde, enkel geveerd en dubbel geveerd blad. Met al die gekrulde, gegolfde en geveerde bladeren is er voor iedereen wel een varen te vinden die in de smaak zal vallen. Je hebt ook varens die bladeren hebben die in een krul beginnen en dan uitrollen vanuit die krul, wat ook heel leuk is om te zien.
Jane wilde ook graag een varen bij mij planten. Ze begon met 1 mooie varen en heeft die onder de kronkelhazelaar geplaatst. Daar staat hij lekker in de schaduw. Maar al snel was daar een varenveldje ontstaan, want Jane is iemand die niet vaak met maar 1 tevreden is. Er zijn zoveel mooie varens, dus er werden er steeds meer bijgekocht. En nu staan daar 7 verschillende varens. Natuurlijk zijn dat veel te veel varens bij elkaar dus ze beginnen elkaar al lekker te overwoekeren. Tja, dat gebeurt wel vaker bij mij, want die Jane, die weet nooit wanneer ze moet stoppen.
De 1e varen die Jane gekocht heeft is de tongvaren (asplenium scolopendrium). Deze wordt 60 cm hoog. Een prachtige varen. Jane is er erg gek op.
De dubbelloofvaren (blechnum spicant) staat naast dat kleintje en wordt wat groter. Hij wordt namelijk 40 cm hoog.
De glansschildvaren (polystichum polyblepharum) staat in het midden en begint al die twee kleintjes die er voor staan te overwoeken, want hij wordt 60 cm hoog.
De rode sluiervaren (dryopteris erythrosora), de naam zegt het al, loopt uit met rode bladeren die daarna bruin en tenslotte groen worden. Bij mij heeft hij momenteel alleen nog maar groene bladeren. Jane heeft hem aan de zijkant gezet zodat hij wat ruimte heeft, want hij kan 70 cm hoog worden.
Verder staat er achter de anderen nog een zachte naaldvaren (polystichum setiferum) die 60 cm hoog wordt.
Dan hebben we nog een ijzervaren (cyrtomium falcatum) die ook 70 cm hoog kan worden. Hier hebben wij geen foto van, want deze is bovengronds afgestorven. Hij komt uit oost-azie en kan tegen matige vorst. Verleden jaar was hij ook bovengronds afgestorven en Jane dacht al dat er geen leven meer in zat, maar toen het lente werd, kwam hij weer uit de grond geschoten. Dus we hopen dat hij deze lente ook weer zal verschijnen.
Ik zou nu nog veel meer kunnen vertellen over varens, want over varens kan ik uren kletsen, maar ik heb op iemands blog gelezen dat je beter niet te langdradig kunt worden, want mensen houden er meestal van om korte artikelen te lezen, dus ik laat het hierbij. De volgende keer zal ik jullie weer trakteren op een stukje Dagboek van een tuin. Dat gaat dit keer over alle winterwerkzaamheden, want Jane heeft in de winter toch zoveel bij mij te doen, maar wat.......dat vertel ik je de volgende keer.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Groetjes van het paradijsje van Jane.
Trouwens, ik ben erg benieuwd wat de mening is van mijn lezers. Vinden jullie ook dat korte artikelen lekker te lezen zijn of houden jullie juist van heerlijke lange verhalen? Laat dat maar eens weten in een berichtje.
Labels:
planten,
varens,
vaste planten
Locatie:
Nederland
zaterdag 7 februari 2015
Dier #10: Het roodborstje (Erithacus rubecula)
Omdat ik een wilde tuin ben en daardoor veel voedsel voor vogels bevat en mijn tuinvrouwtje Jane de vogels bij mij daarnaast ook nog heel veel gekocht voer aanbiedt, zie je het hele jaar door allerlei vogels bij mij. En 1 van die vogels is het roodborstje. Een schattig klein vogeltje met een mooi rood borstje. De hele zomer zie je het beest niet, maar als het herfst wordt dan is hij er opeens. Of het een vrouwtje is of een mannetje dat weten we niet, want die zien er allebei hetzelfde uit. Het beestje zit regelmatig vrolijk te zingen, dus je zou denken dat het een kereltje is. Maar dat hoeft niet zo te zijn, want ook als het roodborstje zijn liedje gaat zitten zingen, weet je nog niet zeker of het een mannetje is of vrouwtje, want vrouwtjes zingen namelijk ook.
Het vogeltje ziet er heel schattig uit, maar erg lief is hij niet. Niet voor zijn soortgenoten, want die worden onmiddellijk uit mij weg gejaagd. Een roodborstje wil buiten de broedtijd geen ander roodborstje in het territorium hebben. Maar hij is ook niet aardig voor andere vogeltjes. Als de meesjes lekker zitten te snoepen bij het pindakaaspotje en het roodborstje wil erbij, dan jaagt hij de meesjes weg en kruipt zelf lekker het potje in om daar wat van het vette spul naar binnen te werken. En als hij daar mee bezig is, durft geen meesje er nog bij te komen. Het is misschien een klein vogeltje, maar het is toch een echte vechtersbaas. Of bazin, want vrouwtjes staan ook hun mannetje. Dus er is er altijd maar 1 bij mij aanwezig.
Roodborstjes eten normaal insecten, maar in de winter moeten ze ander voedsel zoeken. Het beestje eet hier en daar een hapje mee, lust van alles wel wat, maar havermout daar is hij verzot op. En omdat mijn merelkereltje daar ook veel van houdt, zijn die twee vaak in een gevecht gewikkeld. Er ligt havermout op meerdere plekken, maar natuurlijk willen ze altijd datgene opeten waar de ander net mee bezig is. Het roodborstje is best fanatiek, maar van het merelkereltje kan hij het toch niet winnen. Als de merel klaar is met eten, dan pas mag het roodborstje zijn gang gaan.
Toen Jane ontdekte dat er een roodborstje regelmatig bij ons langs kwam, moest er natuurlijk direct weer een nestkastje gekocht worden. Roodborstjes nestelen namelijk soms wel eens in een open nestkast. Dus deze werd gekocht en bij mij achter de vlier gehangen. Daar hangt hij mooi verstopt als de vlier in blad staat. Hij hing trouwens eerst tussen de bladeren van de kamperfoelie, maar toen deze weggehaald moest worden, is het nestkastje verplaatst. Het nestkastje hangt nu al jaren bij mij, maar nooit ging er een roodborstje in broeden. Sterker nog, elk voorjaar is de roodborst opeens verdwenen. Waar gaat dat beest nu naar toe?
Speuren op het internet maakte ons een stuk wijzer, want roodborstjes zijn trekvogels. Dus dat roodborstje dat altijd in de herfst en winter bij ons de boel onveilig komt maken, gaat in de lente weer weg om ergens in het noorden, waar hij vandaan komt, te broeden. En zomer-roodborstjes hebben geen interesse om mij te bezoeken, blijkbaar, want in de zomer is er nooit een roodborstje bij ons te zien. Dus dat prachtige nestkastje....., dat hebben we dus weer eens helemaal voor niets gekocht! Waarom gaat het bij ons nu nooit eens zoals we willen. Zucht.
Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer is er weer een plant aan de beurt. En deze keer ga ik jullie laten genieten van mijn liefde voor varens. Want varens zijn toch zo prachtig, daar kan ik uren over vertellen. Maar...........dat doe ik dus pas de volgende keer.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Groetjes van het paradijsje van Jane.
Trouwens, hebben jullie ook leuke verhalen over het roodborstje, heb je misschien zelfs wel een zomer-roodborst die wel bij jou gaat broeden, schrijf dat dan gerust in een berichtje.
Update outfit van het seizoen winterkleding:
Heel modern tegenwoordig, is het dragen van uitlopend groen in de winter, bij voorkeur terwijl het nog lang geen lente is en de sneeuwwitte mantel nog gewoon gedragen wordt.
Ook apart is het dragen van gekiemd stro in je warme laag winterkleding.
Het vogeltje ziet er heel schattig uit, maar erg lief is hij niet. Niet voor zijn soortgenoten, want die worden onmiddellijk uit mij weg gejaagd. Een roodborstje wil buiten de broedtijd geen ander roodborstje in het territorium hebben. Maar hij is ook niet aardig voor andere vogeltjes. Als de meesjes lekker zitten te snoepen bij het pindakaaspotje en het roodborstje wil erbij, dan jaagt hij de meesjes weg en kruipt zelf lekker het potje in om daar wat van het vette spul naar binnen te werken. En als hij daar mee bezig is, durft geen meesje er nog bij te komen. Het is misschien een klein vogeltje, maar het is toch een echte vechtersbaas. Of bazin, want vrouwtjes staan ook hun mannetje. Dus er is er altijd maar 1 bij mij aanwezig.
Roodborstjes eten normaal insecten, maar in de winter moeten ze ander voedsel zoeken. Het beestje eet hier en daar een hapje mee, lust van alles wel wat, maar havermout daar is hij verzot op. En omdat mijn merelkereltje daar ook veel van houdt, zijn die twee vaak in een gevecht gewikkeld. Er ligt havermout op meerdere plekken, maar natuurlijk willen ze altijd datgene opeten waar de ander net mee bezig is. Het roodborstje is best fanatiek, maar van het merelkereltje kan hij het toch niet winnen. Als de merel klaar is met eten, dan pas mag het roodborstje zijn gang gaan.
Toen Jane ontdekte dat er een roodborstje regelmatig bij ons langs kwam, moest er natuurlijk direct weer een nestkastje gekocht worden. Roodborstjes nestelen namelijk soms wel eens in een open nestkast. Dus deze werd gekocht en bij mij achter de vlier gehangen. Daar hangt hij mooi verstopt als de vlier in blad staat. Hij hing trouwens eerst tussen de bladeren van de kamperfoelie, maar toen deze weggehaald moest worden, is het nestkastje verplaatst. Het nestkastje hangt nu al jaren bij mij, maar nooit ging er een roodborstje in broeden. Sterker nog, elk voorjaar is de roodborst opeens verdwenen. Waar gaat dat beest nu naar toe?
Speuren op het internet maakte ons een stuk wijzer, want roodborstjes zijn trekvogels. Dus dat roodborstje dat altijd in de herfst en winter bij ons de boel onveilig komt maken, gaat in de lente weer weg om ergens in het noorden, waar hij vandaan komt, te broeden. En zomer-roodborstjes hebben geen interesse om mij te bezoeken, blijkbaar, want in de zomer is er nooit een roodborstje bij ons te zien. Dus dat prachtige nestkastje....., dat hebben we dus weer eens helemaal voor niets gekocht! Waarom gaat het bij ons nu nooit eens zoals we willen. Zucht.
(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)
Groetjes van het paradijsje van Jane.
Trouwens, hebben jullie ook leuke verhalen over het roodborstje, heb je misschien zelfs wel een zomer-roodborst die wel bij jou gaat broeden, schrijf dat dan gerust in een berichtje.
Update outfit van het seizoen winterkleding:
Heel modern tegenwoordig, is het dragen van uitlopend groen in de winter, bij voorkeur terwijl het nog lang geen lente is en de sneeuwwitte mantel nog gewoon gedragen wordt.
Ook apart is het dragen van gekiemd stro in je warme laag winterkleding.
Abonneren op:
Posts (Atom)