Over mij

Dit blog is geschreven door een tuin. Een kleine wilde natuurlijke tuin. In dit blog schrijft die tuin over alles wat hij mee maakt. Ook zul je in dit blog de belevenissen van de eigenaresse van deze tuin aantreffen. Haar naam is Jane. De tuin is haar paradijsje: Jane's paradijsje.

Het doel van dit blog is om kennis over te dragen, ervaringen te delen en iedereen die het leest enthousiast te maken
om ook op een natuurlijke manier met planten en dieren in je tuin om te gaan.

Het paradijsje van Jane: De enige tuin die zijn eigen blog heeft.

zaterdag 27 december 2014

Dier #8: De vlaamse gaai (Garrulus glandarius)

Verleden week heb ik jullie verteld dat ik vandaag een artikel zou plaatsen over een heel lief vogeltje. Tja, dat was een beetje sarcastisch bedoeld, want je kunt de Vlaamse gaai niet echt een "vogeltje" noemen. Het is een flinke uit de kluiten gewassen vogel met een lengte van ongeveer 35 cm. Ook staan Vlaamse gaaien niet echt als lief bekend. Een Vlaamse gaai hoort bij de kraaiachtigen net zoals de kraai, de kauw en de ekster en deze vogels hebben allemaal een slechte reputatie. Vlaamse gaaien eten bijvoorbeeld naast noten, fruit, granen en insecten ook de eieren en baby's van kleinere vogeltjes op. Ook slokken ze in de winter, als ze de kans krijgen, al het voedsel dat je voor de vogels in je tuin hebt klaargelegd in een paar minuten op. Pindanetjes en mezenbolletjes worden gewoon aan stukken gescheurd en de inhoud verdwijnt in een paar happen naar binnen. De andere vogels durven niet eens in je tuin te komen als die Vlaamse gaai er is en als hij klaar is met eten, is er niets meer over. Dat vinden de meeste vogelliefhebbers natuurlijk helemaal niet leuk. Dus weg met die grote slokop vogels. Die lastpakken horen niet in de tuin! Fanatiek worden ze overal geweerd en weggejaagd.

Maar ja, ik ben een tuin waarin elk dier welkom is. En Jane, mijn tuinvrouwtje, houdt ook van alle dieren. En die kraaiachtigen doen ook maar gewoon dat wat ze van nature nu eenmaal doen. Het zijn geen gemene wezens die om te pesten de nesten van andere vogels leegroven of die bewust alle eten in je tuin voor de andere vogels hun neus wegkapen omdat ze de rest niets gunnen. Zij kunnen niet nadenken over dit soort zaken, volgen alleen maar hun instincten. Ze hebben honger en eten dus wat ze te pakken kunnen krijgen. Zo simpel is het. En wij gunnen elk dier een hapje, zelfs die slokop vogels. Dus de Vlaamse gaai mag bij ons zijn ding komen doen. En dat doet hij ook. Maar wij nemen wel maatregelen om te zorgen dat de kleine vogeltjes ook te eten krijgen. We hebben een stevige silo voor zaad die de kraaiachtigen niet kunnen open breken. Brede metalen draden rond het pindakaaspotje zorgen ervoor dat alleen kleine vogeltjes het potje kunnen bereiken zodat het niet in 5 minuten leeg wordt gegeten. Een mezenbolletje hangt onbereikbaar onder een kapje, zodat geen grote vogel er bij kan. En de gepelde pinda's staan in een bakje in het vogelvoerhuisje waar de kraaiachtigen niet in kunnen komen. Zo kunnen de kleintjes rustig eten en is niet al het voer in een paar minuten opgeschrokt. Jane strooit iedere dag ook voer op de grond, daar kunnen de kraaiachtigen wel gewoon van mee-eten, dus iedereen blij.

Nu is het zo, dat Vlaamse gaaien bosvogels zijn. Ons dorp staat tussen de weilanden en er is geen bos in de verre omtrek te zien. Nou ja, er staan wel wat bomen in het dorp zelf natuurlijk. Bijvoorbeeld bij het sportveld van ons dorp dat achter onze straat ligt. En dat heeft blijkbaar toch wat Vlaamse gaaien aangetrokken. Jane hoorde wel vaker van die rare geluiden, krassende schreeuwen, uit dat "bosje" komen en vroeg zich dan af welk dier dat produceerde. Nou, dat weten we nu ook weer, dat was dus een Vlaamse gaai. Vlaamse gaaien zijn in bossen vaak het "indringer alarm". Veel dieren, vogels en zoogdieren, reageren op de alarmkreet van de Vlaamse gaai door te vluchten en zich te verstoppen. Handig bij mij, zo'n Vlaamse gaai, als er weer eens een kat van de buren over de schutting is geklommen. De naam van  de Vlaamse gaai, Garrulus glandarius, betekent: "voortdurende krassende eikelzoeker". De Vlaamse gaai gaat namelijk in de herfst eikels zoeken en neemt deze dan mee naar een bodem die zacht is om daar de eikels in de grond weg te duwen. Het is zijn wintervoorraad, maar vaak vergeet hij een aantal eikels weer op te graven en die groeien dan uit tot eikenbomen. Dus mocht er bij mij opeens een eik beginnen te groeien, dan weten we nu heel goed waar die vandaan is gekomen.

Behalve eikels, worden hazelnoten ook erg op prijs gesteld door de Vlaamse gaai. Aangezien er een hazelnotenstruik bij mij groeit en Jane een deel van de oogst heeft laten liggen voor de dieren, is het niet verwonderlijk dat de Vlaamse gaai mij heeft gevonden en regelmatig terug komt om te kijken of er iets te snoepen valt. Die hazelnoten zijn allemaal al verdwenen. Wij dachten dat er misschien een muisje mee vandoor was gegaan, maar de kans dat de Vlaamse gaai het heeft gedaan is duidelijk groter. Omdat Jane die Vlaamse gaai in de tuin wel leuk vindt, en zij het voer dat ze aan de kleine vogeltjes aanbiedt op die manier aanbiedt dat de grote vogels er niet bij kunnen, en het voer dat Jane op de grond strooit niet echt de voorkeur heeft van de Vlaamse gaai, heeft zij speciaal voor hem iets extra's gedaan. Zij heeft namelijk een doppindaslinger gekocht en deze aan het kiwiklimrekje opgehangen. De Vlaamse gaai kan nu mooi op dat rekje landen en dan op de slinger gaan zitten en vervolgens met zijn sterke snavel die doppen open maken om de pinda's eruit te halen. De meesjes krijgen bij ons altijd elke dag een bakje gevuld met gepelde pinda's. Dat is natuurlijk veel makkelijker voor ze dan eerst zo'n dop openhakken, dus zij hebben geen interesse voor doppinda's. Om zo'n pinda te verschalken is de Vlaamse gaai ook wel even bezig en tijdens het doen van dat karweitje kan Jane hem mooi bekijken, want ik ben maar een kleine tuin en het hekje met die doppindaslinger staat ook nog eens vlak bij het raam.

Ondanks dat ik maar een klein tuintje ben en verstop lig tussen drie hoge schuren van de buren en de muur van ons eigen huis, heeft de Vlaamse gaai ons de eer aangedaan om ons te bezoeken. En niet maar 1 enkele keer, nee, hij komt regelmatig langs. En Vlaamse gaaien vinden het bij ons zo fijn dat er op een dag zelfs drie van die vogels tegelijk bij ons aanwezig waren. En daar zijn we eigenlijk stiekem wel een beetje trots op. Dus Jane wilde foto's van hem (of haar?) maken. Maar dat is vrij moeilijk met zo'n Vlaamse gaai. Want Vlaamse gaaien zijn gewend overal weggejaagd te worden, dus het zijn hele schuwe vogels. De meeste vogels die bij mij komen, laten zich uitgebreid bewonderen door het raam terwijl de vitrage opzij is geschoven. Jane en de vogels zijn elkaar gewoon aan het bekijken. Sommige vogels die bij mij komen, zoals het merelmannetje, de diverse merelvrouwtjes, het roodborstje, het vinkje of de meesjes blijven zelfs gewoon rustig bij mij dooreten als Jane de tuindeur open doet en bij mij naar binnen stapt. Maar de Vlaamse gaai is direct weg als Jane zelfs maar de vitrage beweegt als ze probeert er langs te gluren. Elke beweging ziet hij en laat hem direct weg vliegen. Dus de vitrage opzij schuiven als de Vlaamse gaai in de tuin is, is onmogelijk. En als de vitrage open staat, komt het beest al helemaal niet bij mij binnen vliegen. Toch wilde Jane minstens 1 keer een foto van hem maken. Ze is naar boven gegaan en heeft de camera voorzichtig en heel langzaam stukje bij beetje tussen vitrage en raam doorgeschoven. Het was wel lastig om door de vitrage heen door het schermpje van de camera te kijken. Tenslotte zijn er lukraak op goed geluk een paar foto's van die Vlaamse gaai genomen, met toch wel enigszins verrassend goed resultaat. Dat wil zeggen, bij drie van die foto's is in elk geval te zien dat het een foto van een Vlaamse gaai is.





Nu we het probleem van opschrokken van al het voer in enkele minuten door de Vlaamse gaai hebben opgelost en zowel de Vlaamse gaai als ook de andere vogels hier in vrede met elkaar hun maaltijd kunnen gebruiken, blijft alleen nog de vraag over wat te doen in het voorjaar. Want als de Vlaamse gaai zich hier thuis gaat voelen, wat doet hij dan in het voorjaar als er vogeltjes bij ons gaan nestelen. Tja, de afgelopen jaren zijn er niet veel hier aan het nestelen geweest, behalve de merel dan, maar stel dat het het aankomend jaar wel eindelijk zover is dat kleine vogeltjes onze nestkastjes gaan gebruiken? Nou, volgens Jane moet ik me daar maar niet druk over maken. Vlaamse gaaien nestelen in bomen en de bomen bij mij zijn allemaal zo klein dat een Vlaamse gaai daar geen nest in gaat maken. En natuurlijk gaat Jane in het voorjaar geen pinda's meer aanbieden, dus dan heeft die Vlaamse gaai bij ons niets meer te zoeken. Komt nog bij dat Jane in het voorjaar altijd veel tijd in mij doorbrengt en daar kan die schuwe Vlaamse gaai vast helemaal niet tegen. Dus het probleem lost zich dan vanzelf weer op. Voorlopig gaan wij heerlijk genieten van die prachtige Vlaamse gaai die elke dag zijn nootjes komt halen.

Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer gaat mijn artikel over een schitterende struik die bloeit in de winter. Maar welke struik dat is........dat vertel ik je natuurlijk pas de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, (domme grapjes mode aan) heeft iemand nog een goed werkend super de luxe, duur en professioneel fototoestel liggen met een paar mooie lenzen erbij en wil je dat toestel net in de vuilnisbak gooien omdat je er toch niets meer mee deed. En wil je dit best gratis en voor niets aan Jane doneren, stuur dan even een berichtje (domme grapjes mode uit). Want dan kan Jane misschien eindelijke eens een keer wat fatsoenlijke foto's maken


Update beauty winterverzorging:
Wat ik verleden keer nog vergeten was te vertellen, is dat ook mijn bloempotten met bolletjes niet worden vergeten als we bezig zijn met de winterverzorging. Zij krijgen ook een warme jas aan van bubbeltjesfolie. Op hun aarde krijgen ze ook een strooisellaagje. Dit keer geen hooi of stro maar houtsnippers. Dit zodat ze in het voorjaar hun stengeltjes er makkelijk doorheen omhoog kunnen brengen. Tenslotte is het makkelijker om je stengeltje door kleine houtsnippers door te persen dan door een dik pak hooi of stro, zou je zo denken. Het lijkt er alleen op dat 1 van die bolletjes deze theorie wilde testen en alvast heeft gekeken of hij zijn stengeltje inderdaad makkelijk erdoor heen kon krijgen....zie rechter pot.  

zaterdag 20 december 2014

Beauty #1: Winterverzorging van de tuin

De winter heeft veel invloed op je uiterlijk. Dat weet elke mensenvrouw. Statische haren, schilfers op je gezicht, kloofjes in je lippen, pijnlijke wintervoeten, ruwe handen. Ja, dat kan je allemaal overkomen als je jezelf niet goed verzorgd tijdens de winter. De juiste verzorgingsproducten gebruiken in de winter, is daarom dan ook noodzakelijk. Mensenmannen zijn misschien minder in hun uiterlijk geïnteresseerd, maar ook zij willen het tijdens de winter vast wel graag warm hebben en de juiste kleding is daarbij erg belangrijk. Ik ben geen mens, ik ben een tuin. Ik gebruik die smeersels die vrouwen op zich zelf smeren niet en trek ook geen winterkleding aan. Toch is het ook voor tuinen belangrijk om je huidje de juiste verzorging te geven en je planten warm te houden als het winter is. Mijn eigenaresse Jane weet dat heel goed en daarom gaat ze mij altijd vlak voor de winter nog eens goed verzorgen.

Iedere tuinier weet waarschijnlijk wel dat je vorstgevoelige planten zoals subtropische en tropische kuipplanten voor de eerste nachtvorst naar binnen moet halen. Deze planten kunnen niet tegen de kou en de kans dat ze de winter bij ons overleven is dus klein. De citroen, de mandarijn en de meloenperen heeft Jane dan ook allang in de keuken op de vensterbank staan. Maar wist je dat alle planten die je in potten geplant hebt gevaar lopen? Planten die normaal gesproken als ze in de aarde staan wel de winter overleven, zijn namelijk vorstgevoeliger en kunnen dus dood vriezen als ze in potten staan. Dus het is beter als je alle potten binnen op een koele plek neerzet. Maar wat nu als je binnen niet zoveel plek hebt om al die potten neer te zetten of je potten zijn veel te groot en te zwaar om naar binnen te sjouwen of je je hebt planten die niet zo winterhard zijn in de volle grond staan? Je wilt natuurlijk wel dat ze de winter overleven, dus wat doe je dan? Dan ga je ze inpakken natuurlijk! En daar zijn verschillende manieren en materialen voor. Hieronder kun je lezen hoe wij dat doen.

Als eerste is het heel belangrijk dat je alleen die potten in de tuin laat staan die ertegen kunnen als er vorst komt. Potten die stuk gaan als het gaat vriezen, moeten in elk geval naar binnen of had je beter niet kunnen kopen. Verder moeten potten goed afwateren zodat er niet teveel water in de pot blijft staan, want als het gaat vriezen, bevriest dat dus ook. Jane heeft alleen maar potten gekocht die tegen vorst kunnen, heeft goed opgelet dat al die potten gaten hebben aan de onderkant waardoor het teveel aan water kan weglopen en heeft ook nog de bodem van de potten volgegooid met hydrokorrels. Deze korrels zorgen ervoor dat het niet te droog, maar ook niet te nat wordt in de pot. Daarnaast heeft zij, voordat ze de planten in de pot ging zetten, bij elke pot langs de wand eerst een laag bubbeltjesfolie aangebracht. Ook heeft elke pot een mulchlaag op de aarde liggen. Deze laag folie tussen pot en aarde en die mulchlaag er boven op, zorgen er voor dat de aarde minder snel uitdroogt, wat fijn is in de zomer, maar ook dat de wortelkluit van je plant minder snel bevriest in de winter.

Alle potten bij mij met planten of bomen erin die hun blad verliezen, worden vlak voor de winter ook aan de buitenkant ingepakt met bubbeltjesfolie en de aarde (met mulchlaag erop) wordt nog eens extra afgedekt met een bergje stro. Stro is makkelijk weer te verwijderen als het lente wordt.


De potten met planten erin die wat vorst-gevoeliger zijn, bijvoorbeeld omdat ze hun blad houden, worden met een iets dikker bubbeltjesfolie, die voorzien is van een voering, ingepakt en de aarde wordt afgedekt met hooi omdat dit nog iets warmer is dan stro.


De vijg is een plant die niet erg van de kou houdt. Een vijg in de aarde wil het nog wel eens overleven als de winter niet te koud is, maar een vijg in een pot loopt een groot risico. Onze vijg wordt daarom zeer goed ingepakt. Als eerste zet Jane de pot in een potbeschermer. Dit is een speciale stoffen pot met een bubbeltjesfolie binnenkant die je om de pot heen doet. Onder in de pot zit een schuimrubberen ring waarop de pot staat. Voor extra bescherming tegen zware vorst stopt Jane de ruimte tussen de pot en de potbeschermer ook nog vol met stro. Daarnaast staat onze vijg op een plankje met wieltjes. Dit is eigenlijk bestemd om je zware potten makkelijk te verplaatsen, maar natuurlijk ook goed om ervoor te zorgen dat de pot niet direct op de koude grond staat. Vervolgens krijgt de vijg een warme jas aan die bestaat uit een speciale hoes. Zo'n hoes kun je ook gebruiken bij vorstgevoelige planten die niet in een pot maar gewoon in de aarde staan.




De twee stamroosjes zijn ook erg gevoelig voor vorst. Jane gaat ze altijd eerst snoeien en daarna pakt ze hen in met vliesdoek en bindt dat goed vast met touw. In feite hoeft alleen de occulatieplek te worden ingepakt, dus je zou ook dat ene stukje, waar het roosje aan de stam vast zit, kunnen inpakken. Maar Jane heeft ervaring dat door de wind altijd het spul verschuift en dan ligt die gevoelige plek nog bloot voor de weersinvloeden. Dus Jane pakt gewoon de hele bovenkant in en frommelt dat vliesdoek aan de onderkant flink rondom die gevoelige plek zodat daar een grote prop zit. Zo blijft alles goed zitten dus dat werkt prima. Vliesdoek kun je ook gebruiken bij vorstgevoelige planten die in de volle grond staan.



Potten kun je vlak voor de winter inpakken en de hele winter ingepakt laten staan. Als je de planten zelf in gaat pakken, is het goed om te weten dat je dat pas moet doen als het echt koud wordt. En die verpakking moet je als het warmer wordt eigenlijk weer zo snel mogelijk verwijderen. Planten zonder bladeren kun je gerust de hele winter ingepakt laten staan in een hoes. Als het in het voorjaar warmer wordt, kun je hem overdag open doen (die van ons heeft een rits) om wat te laten luchten. 's Nachts kun je hem dan weer dicht doen, vooral als er nog nachtvorst voorspeld is. Zo doen we dat ook bij de vijg. Bij planten met bladeren moet de hoes in de winter regelmatig worden geopend zodat de plant licht en lucht krijgt. De hoes is weliswaar lucht en licht doorlatend, maar als zoveel bladeren bij elkaar opgesloten zitten, is het niet verstandig de hoes de hele winter dicht te laten. Je zou dan wel eens een boel schimmel kunnen aantreffen als je hem tenslotte in de lente opendoet. Als je bladhoudende planten gaat inpakken in zo'n hoes, is het ook goed om af en toe die hoes eens open te doen om te kijken of de plant geen water nodig heeft. Bladhoudende planten moeten namelijk wel water hebben in de winter en met zo'n hoes komt er niet veel regenwater meer in de pot. Of je moet alleen de plant zelf inpakken en de pot niet, dat kan natuurlijk ook. Vliesdoek is veel goedkoper, maar minder warm dan een hoes. Vliesdoek is wel beter licht, lucht en waterdoorlatend dan een hoes. Dat spul is dus goed bruikbaar op planten die maar een beetje bescherming nodig hebben.

Daarnaast wordt ook mijn huidje altijd goed verzorgd. Om deze te beschermen tegen uitdroging en verschraling door wind en vorst en natuurlijk ook om de planten extra warm te houden, ligt er een dikke laag bladeren op mijn grond. Mocht deze laag wat verder in de winter ondertussen al geslonken zijn en niet veel bescherming meer bieden en gaat het dan langdurig en streng vriezen, dan gooit Jane er gewoon nog een dikke laag stro bovenop. Zo is mijn huidje de hele winter prima beschermd.


Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer ga ik het over een heel lief vogeltje hebben. Wil je weten welk vogeltje? Nou, dan moet je even een weekje wachten, want dat vertel ik je de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, zijn er toevallig nog tuinen die dit lezen en die nog andere tips hebben hoe je jezelf kunt verzorgen als het winter is, schrijf dan even een berichtje. Want hoe beter je jezelf verzorgt in dit koude jaargetijde, hoe mooier je bent als het weer lente wordt, dus tips hoe dat te doen zijn altijd welkom.


Update klimop:
Zal ik jullie een geheimpje verklappen? Maar niet verder vertellen hoor. Nou, ben je er klaar voor? Hier komt het. Als je buren willen dat je je klimplanten gaat verwijderen omdat zij er last van hebben en je bent zo lief om op hun eisen in te gaan om de vrede maar te bewaren. En je gaat je tuin in om met tranen in je ogen de klimplanten van je schutting weg te halen, weet dan dat klimplanten niet allemaal hetzelfde zijn. Je hebt klimplanten die je gerust bij de grond kan wegkappen, zoals een boomwurger bijvoorbeeld. Deze zal nooit meer iets doen en je zal daarom voor altijd tegen dat kale stammetje, dat nog uit de grond steekt, aan moeten kijken.


Maar er zijn ook klimplanten (en nu komt het geheim) die zich niets aantrekken van een kortwieking bij de grond. Nee, zij zullen trots, als ware zij de feniks, uit de as herrijzen. Weten jullie nog het verhaal van de kamperfoelie? Die prachtige kamperfoelie, de laatste klimplant op onze zij-schutting, die verwijderd moest worden (zie het artikel van de kamperfoelie hier op mijn blog). Die kamperfoelie....., die is niet dood. LEVE DE KAMPERFOELIE, HOERA, HOERA, HOERA! Sttttt, niet verder vertellen hoor, want als mijn buurvrouw erachter komt, nou, dan zwaait er wat.

zaterdag 13 december 2014

Plant #7: De klimop (Hedera)

Mijn tuinvrouwtje Jane houdt veel van klimplanten. De wilde woeste natuurlijke groeiwijze van dit soort planten, vindt Jane leuk om te zien. Deze planten passen natuurlijk ook wel bij een wilde natuurlijke tuin zoals ik ben. Dus met klimplanten maak je ons allebei blij. Nu is er 1 probleem bij klimplanten, want zij willen graag ergens tegenaan klimmen. In de natuur groeien ze tegen bomen op, maar ik ben te klein voor grote bomen. Verder heb je allerlei klimattributen zoals bijvoorbeeld een pergola, maar dat werkt allemaal niet echt in een kleine tuin, zoals ik ben. Natuurlijk kun je ze tegen je huis op laten groeien, maar bij een huurhuis is dat beter van niet. Tenslotte is het niet jouw huis en kan de werkelijke huiseigenaar wel eens niet zo blij zijn met jouw klimplanten die beslist lastig zijn als je ramen of deuren wilt schilderen of vervangen. Er kan dan wel eens niet zo zachtzinnig met je planten omgegaan worden. En soms wil zo'n eigenaar onderhoud aan het huis plegen, bijvoorbeeld nieuwe voegen laten zetten, waarbij je prachtige klimplant, die net zo mooi het dak heeft bereikt, weer helemaal verwijderd moet worden. Geen goed idee dus. Schuttingen zijn er ook uitstekend geschikt voor. Maar als je geen vrijstaand huis hebt, dan heb je wel met buren te maken. En buren houden niet altijd van jouw prachtige klimplanten. Daar weten wij alles van. Omdat Jane niet zo van gluren naar de buren houdt, heeft zij aan alle kanten schuttingen geplaatst. En tegen bijna al die schuttingen heeft ze klimplanten gezet. Een boomwurger, twee wingerds, een kamperfoelie, een winterjasmijn, drie vuurdoorns, een klimhortensia, een druif, een framboos, een braam, een kiwi en vijf klimopplanten zijn er bij mij geplaatst. Helaas zijn er, door problemen met de buren, alweer diverse klimplanten verdwenen (zie het artikel over de kamperfoelie hier op mijn blog). Nee, wees maar niet bang, ik beloof je dat ik dit artikel niet weer ga volschrijven over ellende met de buren. Dus lees gerust verder.

De schutting aan de achterkant van mij staat de hele dag in de schaduw, dus Jane moest daar wel klimplanten plaatsen die van schaduw houden. Gelukkig zijn er klimplanten voor alle kanten van je tuin, want je hebt klimplanten die beslist in de zon moeten staan, maar ook klimplanten die het prima doen in de schaduw. Daarnaast staat de schutting achter een struiken-border waardoor de klimplanten niet makkelijk bereikbaar zijn. Die klimplanten moesten dus weinig onderhoud nodig hebben. Ook de planten helpen met tegen die schutting opklimmen, is op die plek eigenlijk niet echt mogelijk. Gelukkig hebben klimplanten allemaal een andere manier van klimmen. Er zijn klimplanten die inderdaad een klimhulp nodig hebben en regelmatig moeten worden vastgebonden met touw of ijzerdraad. Andere klimplanten slingeren zich ergens omheen en weer anderen hebben stekels of ranken waarmee ze zich ergens aan vastklampen. Maar er zijn ook klimplanten die zuignapjes hebben waarmee ze zich vanzelf vastklemmen. En dat laatste is natuurlijk handig als je er zelf niet bij kan om de planten met klimmen te helpen. Verder staat er bij mij dus een haag van struiken voor deze achter-schutting. En die struiken zijn in de zomer zo dichtbegroeid dat je die klimplanten niet eens meer ziet. Dus het heeft geen nut om daar klimplanten te plaatsen die in de zomer mooi zijn, want je ziet er toch niets van. In de winter zijn deze struiken kaal en dan zie je de klimplanten erachter juist heel goed, dus moesten het klimplanten worden die mooi en/of groenblijvend zijn in de winter.

En toen kwamen we uit op de klimop. Volgens de verhalen op internet doen deze planten het goed in de schaduw, hebben ze zuignapjes waarmee ze zich aan de schutting hechten en hebben ze eigenlijk niet echt veel onderhoud nodig. Verder zijn ze groenblijvend en verkrijgbaar in diverse soorten met allerlei vormen bladeren die groot of klein kunnen zijn. Ook kun je meerdere bonte soorten verkrijgen, met bladeren die behalve groen ook geel of wit zijn. Er is keus genoeg. Dus klimop moest het worden. Jane zag het al helemaal voor zich dat ze, 's winters als de struiken kaal zijn, zou kunnen genieten van een mooie groene wand. Klimop is ook een goede slaap en schuilplek voor veel vogels en diverse vogels zoals de heggenmus, winterkoning en de merel nestelen graag in klimop. En klimop bloeit in de herfst (september tot december) en is dan een bron van nectar en stuifmeel voor de dan nog aanwezige insecten. Na de bloei krijgt klimop zwarte bessen die in de winter en het voorjaar weer graag worden gegeten door allerlei vogels zoals merels, spreeuwen en houtduiven. Dus als de struiken kaal worden, kun je genieten van groene klimplanten tegen je schutting met daarin eerst bloemen en later bessen. En je doet ook nog iets voor de insecten en vogels. Kan het nog mooier? Enthousiast werden er dus klimopplanten gekocht en geplant.

En nu maar afwachten tot de schutting mooi helemaal begroeid is en er bloemen en bessen komen. En tot er vogels in gaan schuilen of zelfs wel nestelen. Wat een feest zal dat zijn. Dus Jane ging wachten en wachten. Klimop groeit snel, wordt er op internet geschreven. Maar bij ons hadden ze niet zo zin om te groeien. Dus Jane maar wachten en wachten. Jaren gingen voorbij. Elke winter als de struiken kaal werden, verwachtte Jane nu eindelijk eens een groene muur te zien met bloemen en bessen. Maar niets van dat al. Hier en daar kwam wel een takje omhoog gekropen tegen die schutting aan, maar veel stelde het niet voor. Dus Jane begon zich toch wel wat zorgen te maken. Misschien hebben ze toch wat mest nodig? Dus Jane moeilijk doen om tussen die struiken door toch bij die klimplanten te komen om koemestkorrels te strooien. Had het effect? Nee! De winter daarop was de schutting nog steeds kaal met wat zielige plantjes aan de voet ervan en wat karige takjes die naar boven kropen. Misschien moeten ze kalk hebben? Jane weer worstelen tussen die struiken om de klimplanten kalk te geven. Gingen ze dan nu eindelijk eens groeien? Werd de schutting nu groen? Nee! Wat doen we toch verkeerd? Kijk, dit zijn de klimopplanten die Jane gekozen heeft.


HEDERA HELIX "GOLDCHILD"
Een klimop met kleine bladeren die donkergroen zijn met een helder gele rand.

Zo hoort hij eruit te zien (plaatje van internet)
En zo ziet hij er bij mij uit. 1 Zielig klein takje is er over en het geel is weg.


HEDERA COL. "DENTATA VARIEGATA"
Een klimop met grote bladeren die donkergroen zijn met een lichtgroene rand.

Zo hoort hij eruit te zien (plaatje van internet)
En zo ziet hij er bij mij uit. Een paar takjes en weinig lichtgroen op de blaadjes te zien.


HEDERA HELIX "KOLIBRI"
Een klimop met kleine bladeren die groen zijn met witte vlekken.

Zo hoort hij eruit te zien (plaatje van internet)
En zo ziet hij er bij mij uit. Zielig!


HEDERA HIBERNICA
Een klimop met grote glanzende groene bladeren.

Zo hoort hij eruit te zien (plaatje van internet)
En zo ziet hij er bij mij uit. Wat er nog van over is.


HET ONBEKENDE KLIMOPPLANTJE:
Verder groeide er ook nog een wild soort klimopje in de voortuin en deze is ook naar achteren tegen de schutting aan verplaatst. Maar welke soort dit is? Geen idee. Hij is in elk geval groen met kleine bladeren.

Het onbekende klimopplantje bij mij. Wat blaadjes verstopt onder de vuurdoorn.


Wat is er toch met mijn klimopplanten aan de hand. Ze zouden heel mooi kunnen zijn als je zo kijkt naar de plaatjes van internet, maar bij mij is het niets. Wij begrepen er niets van. Maar een blik naar de andere kant van de schutting zorgde voor opheldering van dit raadsel. Want klimop doet het, volgens de berichten op internet en de praatjes van de tuinplantenverkopers prima in de schaduw. En dat zal best wel waar zijn. Maar blijkbaar vinden ze groeien in de zon toch echt wel wat fijner. Want alle klimopplanten waren gewoon door de schutting heen gekropen en daar aan de andere kant lekker gaan groeien. Aan de andere kant van de schutting was dus een mooie groene muur ontstaan. Aan de andere kant van de schutting, waar de hele dag de zon op schijnt. Tja, planten willen nou nooit eens een keertje doen wat wij willen. Altijd zijn ze eigenwijs en doen juist datgene wat we niet willen. We kunnen dus wachten tot we een ons wegen, maar een mooie groene muur aan onze kant van de schutting zit er niet in. En ook geen vogels die bij ons in de klimop komen nestelen dus.

Weet je nog dat ik hierboven heb beloofd dat ik niets zou gaan schrijven over mijn buren. Nou......, ik heb gelogen. Want ik moet toch echt nog even hier wat roddelen over mijn buren. Een mooie groene wand aan de andere kant van de achter-schutting, hoe moet dat aflopen? Want de buurvrouw aan de ene kant van mij werd al hysterisch van een paar takjes die over de schutting hingen. Een schutting die ook nog eens gewoon op mijn eigen terrein staat. Ze begon een complete oorlog en gooide alle wapens in de strijd die ze had en op den duur moesten alle klimplanten van deze schutting verwijderd worden. Hoe zal de achterbuurvrouw dan wel reageren als de schutting aan haar kant helemaal van top tot teen begroeid is met klimopplanten? Een schutting die gewoon op de erfgrens staat. Oke, er staat een grote schuur in de lengte achter de schutting die onze schutting compleet afdekt zodat de buurvrouw er eigenlijk niets van ziet en er ook geen last van kan hebben (behalve dan als ze de schuur onderhoud willen geven en op dat paadje tussen schuur en schutting moeten zijn), maar die situatie is precies hetzelfde bij de buurvrouw aan de zijkant en zij schreeuwde moord en brand. Dus Jane heeft toch maar eens voorzichtig aan de achterbuurvrouw gevraagd of ze misschien de achterkant van de schutting moest komen snoeien? Maar nee hoor, dat hoefde niet. Deze buurvrouw vond het helemaal niet erg, want zij vindt planten leuk en we zien het toch niet en als we er last van hebben, dan halen we het zelf wel weg. En natuurlijk gooien zij het dan niet over de schutting zoals de buurvrouw naast mij wel altijd deed. Nou, dat is nog eens een heel verschil met wat we gewend zijn. Zie je wel, het kan dus wel, normaal doen en gewoon met elkaar communiceren. Gelukkig zijn er hier ook nog beschaafde mensen waar mee te leven valt.

Maar ja, ondertussen zitten wij nu wel gewoon tegen een kale schutting aan te kijken. Die mooie groene wand met bloemen en bessen en nestelende vogels kunnen we op onze buik schrijven. Het wil nou nooit eens gaan zoals we bedacht hebben. Zucht.

Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer gaat mijn artikel over schoonheid. De winter komt eraan en dan moet je echt iets doen aan je verzorging als je er in het voorjaar nog mooi uit wil zien en dan kun je dus het beste....................maar dat vertel ik je de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, (sarcasme mode aan) heb je een sterk persoon in je kennissenkring, iemand die in zijn eentje een schutting van drie schuttingdelen kan optillen en om kan draaien met planten erop en al zodat de klimop planten weer mooi aan mijn kant van de schutting staan en we eindelijk kunnen genieten van een groene muur, schrijf dan even een berichtje, want dan zou die Jane heel blij maken (sarcasme mode uit).


Update vis:
Alles gaat heel goed met de twee kleine baby-visjes. Ze zwemmen rondjes in de kom en eten veel en groeien als kool. Maar Jane laat ze voorlopig toch nog maar in die kom zitten en stopt ze nog maar niet bij hun ouders. Want aan die kannibalen vertrouwt Jane de kinderen niet meer toe. Het is toch wat, je eigen kinderen opeten. Wie doet dat nu?

zaterdag 6 december 2014

Dier #7: De vis (Shubunkin)

Mijn eigenaresse Jane heeft een dochter. En die is net zo gek met dieren als haar moeder. Maar die dochter heeft ook astma. En dan is het hebben van huisdieren niet altijd mogelijk. Omdat Jane haar kindje toch het plezier wilde geven van het verzorgen van een huisdier, kocht ze twee goudvissen. Van deze dieren is bekend dat ze geen kwaad kunnen als je astma hebt. Dus een prima keus zou je zo denken. En die twee vissen zwommen rondjes in hun kom. Ze zwommen rondjes in de vissenkom die de man in de dierenwinkel Jane had aangeraden om te kopen voor haar twee visjes. Volgens hem konden die twee vissen daar prima oud in worden. En die man zal het wel weten, toch? Dochter vond het heel leuk. Maar of die twee vissen het nu zo leuk vonden? De vissen werden almaar groter en groter en hadden steeds minder ruimte in die kom. Ze moesten goed oppassen dat ze niet tegen elkaar aan botsten bij het zwemmen van hun rondjes. En toen kwam Jane met haar dochter en haar vissen hier bij mij wonen. En Jane maakte van mij een wilde tuin en vond dat daar ook water bij hoorde. Dus werd er een vijver bij mij aangebracht. Eerst wilde Jane geen vissen in die vijver. Ze wilde dat het een amfibieënvijver werd. Maar ja, die zielige grote vissen in hun kleine kom, dat was eigenlijk toch niet zo leuk. Het begon een beetje te lijken op dierenmishandeling! Dochter had allang geen interesse meer in die beestjes. Dus wat doe je dan? Hup, de vijver in. Daar hebben ze de ruimte om lekker rond te zwemmen. Maar toen leken die vissen opeens wel weer heel erg klein in die grote vijver. Die twee kleine visjes in die enorme vijver, dat zag er ook wel weer zielig uit. Vissen horen toch eigenlijk in een school te zwemmen. Dus werden er nog twee vissen bijgekocht. Twee Shubunkins.

Shunbunkins in de vijver

Een Shubunkin is een kweekvariant van de gewone goudvis (Carassius auratus auratus). Ze komen uit Japan. Het bijzondere van de Shubunkin is het gevlekte kleurpatroon (rood, geel, oranje, blauw, wit, zwart) met een combinatie van metallic en transparante schubben waardoor de vis een soort van paarlemoer uitstraling heeft. Ze zijn dus heel erg mooi, vooral als de zon erop schijnt. Zelfs de vissen die geen vlekken hebben, maar gewoon wit of zwart zijn, zijn glanzend en daardoor toch nog bijzonder. Ze hebben een enkelvoudige staart en lange vinnen en hun lichaam heeft de vorm van een gewone goudvis. Deze vissen eten waterinsecten, kreeftjes, larven, slakken en wormpjes. Maar ze zijn niet kieskeurig, want als ze honger hebben, eten ze ook gewoon het in de winkel gekochte vissenvoer, korrels of vlokken. Volgens de verhalen op internet blijven ze van je planten af en wroeten ze niet in de bodem. Maar onze Shunbunkins houden zich niet aan hun beschrijving want zij eten wel degelijk de waterplanten in de vijver op en ze kunnen ook flink wroeten waardoor het water in de vijver eigenlijk nooit meer helder is. De vijver ziet er dus niet meer zo uit als Jane in gedachten had gehad, maar ja, je moet toch iets voor je huisdieren over hebben. Met al die vissen in de vijver verwachtte Jane niet langer meer dat ze er ooit een amfibie in zou aantreffen, maar toch kwamen er kikkers in wonen, zwom er een keer een pad rond en zag Jane zelfs een salamander in de vijver. Dus iedereen blij.




Shunbunkins zijn sterke vissen. Ze zijn ook slim. Helaas waren die eerste twee vissen, die goudvissen, niet zo slim. Nee, zij waren hele domme wezentjes, want ze gingen vaak zwemmen in de ondiepste gedeelten van de vijver (waarschijnlijk wilden ze daar eieren gaan leggen) en kwamen daar regelmatig vast te zitten. Vooral als het waterpeil van de vijver door verdamping laag werd. En op een keer toen ze daar vast zaten tussen de plantenstengels en wild probeerden los te komen, kwamen ze door hun geworstel uit het water en lagen ze uit te drogen en tenslotte dood te gaan op de kant. Eerst de ene vis en een jaar later die andere vis. Zo je vissen terug vinden is niet leuk. Jane en haar dochter waren erg verdrietig toen ze die vissen moesten begraven. Maar gelukkig zijn de Shunbunkins slimmer en blijven zij in de vijver. Zelfs de katten uit de beurt die hier 's nachts in de tuin rondsluipen, hebben tot nu toe geen enkele vis kunnen pakken. De Shunbunkins zijn de katten te slim af. Omdat de vijver erg ondiep is, vriest hij in strenge winters helemaal dicht. De hele bak is dan gevuld met ijs en daar kunnen ook die sterke slimme Shunbunkins niet in overleven. Dus Jane gaat elke herfst de vissen uit de vijver halen en stopt ze dan in een aquarium. Dit aquarium is natuurlijk niet zo groot als de vijver maar wel groter dan die vissenkom waar Jane vroeger de vissen in heeft gehouden. En het is maar voor een paar maanden, want zodra het weer het toelaat, gaan de Shunbunkins weer terug in de vijver.

1e jaar: 5 babyvisjes
Shunbunkins leven graag in scholen. Je hoort ze eigenlijk met minstens vijf per vijver te houden. En bij ons zaten ze natuurlijk maar met zijn tweeën nadat die goudvissen waren overleden, dus dat was eigenlijk niet zo goed. Maar gelukkig hebben ze dat probleem zelf opgelost zodat ze nu gezellig met meerderen zijn. Want direct al het eerste jaar dat ze in de vijver zaten, hebben ze zich voortgeplant. Dat was een grote verrassing voor Jane, want zij had dat niet verwacht omdat onze vijver natuurlijk niet zo groot is. Maar Shunbunkins leggen hun eieren in ondiep water van ongeveer 15 centimeter en dat is bij onze vijver wel aanwezig. Dus de Shunbunkins vinden onze vijver goed genoeg om hun baby's in op te voeden. Ze leggen hun eieren in het voorjaar. In de zomer zie je dan de hele vijver vol met babyvisjes. De oudere vissen zie je dan niet meer omdat de vijver dan vol gegroeid is met zuurstof- en drijfplanten en die grote vissen blijven lekker beschut onder die planten rond zwemmen. Maar de kleintjes komen helemaal aan de oppervlakte en dat is erg leuk om te zien, al die kleine visjes. Maar in de herfst, als Jane de vissen uit de vijver gaat halen, vindt zij er niet zoveel meer terug. Het eerste jaar kon zij er nog maar vijf terug vinden en deze gingen samen met hun ouders en 1 van de toen nog levende goudvissen in het aquarium. De jaren erna vond Jane eigenlijk helemaal niets meer. Een enkele keer kwam dat omdat de grote vissen dat jaar geen eitjes hadden gelegd en Jane dus helemaal geen visjes zag, ook niet in de zomer. De andere jaren zat de vijver helemaal vol in de zomer, maar was er niets meer, behalve de grote vissen, over gebleven in de herfst. Hoe zou dat nu toch komen?


Dit jaar was het echter weer feest. Toen Jane de vijver een onderhoudsbeurt ging geven en druk met haar netje aan het rondscheppen was, zat er opeens een babyvisje in. Jane was erg verrast omdat ze deze zomer geen jonkies had gezien in de vijver. De baby's bleken ook erg klein te zijn. Veel kleiner dan dat eerste jaar. Blijkbaar hadden de Shunbunkin-ouders dit jaar besloten hun kinderen heel wat later in het jaar te produceren dan in het voorjaar waardoor de baby's nog niet zo veel tijd hadden gehad om groot te groeien. Jane ging op zoek naar nog meer vissenbaby's en vond er acht. Van de grote vissen vond zij er vier terug. Jane heeft dit jaar dus 12 vissen uit de vijver gehaald. Het is elk jaar weer afwachten wat er uit de vijver komt, want vissen blijven niet eeuwig leven. Dus je weet natuurlijk wel wat je erin stopt, maar het is altijd weer de vraag hoeveel er daar van overblijven. Jane ging haar 12 visjes in het aquarium doen en vroeg zich af hoe dat volgend jaar zou gaan als de babyvisjes groot zouden zijn. Want 12 grote vissen in die kleine vijver dat wordt wel erg krap. Gaat bijna weer lijken op die volle vissenkom waar alles mee begon.


Maar Jane hoefde zich geen zorgen te maken, want de natuur lost namelijk zelf alle problemen op. Toen Jane na een paar uur nog eens weer naar dat aquarium ging kijken, kon ze nog maar drie babyvisjes ontdekken. Zo groot is dat aquarium nu toch ook weer niet dat vijf visjes zich zo makkelijk kunnen verstoppen. Waar zijn die visjes gebleven? Al speurend zag Jane opeens iets. Wat is dat? Daar helemaal achteraan, drijvend aan de oppervlakte. Arrrrrg, dat lijkt wel een dood babyvisje zonder kop. Hoe kan dat nou? Verbaasd zat Jane naar dat dode onthoofde visje te kijken. Maar toen gebeurde er vlak voor haar neus iets dat nog veel afgrijselijker was. Want Moeder (of vader) Shunbunkin-vis had blijkbaar honger en at voor Jane's geschokte ogen 1 van haar (of zijn) kinderen op. Jane zat daar, te verstijfd van schrik om iets te doen, terwijl voor haar ogen dat kleine babyvisje door zo'n grote vis werd opgeschrokt. Toen waren er nog maar twee babyvisjes over! In een paar uur tijd hadden de ouders zes van de acht kinderen opgevreten. En Jane had ze nog wel vlak na het plaatsen in het aquarium een flinke hoeveelheid vissenvoer uit een potje gegeven. Maar een babyvisje als toetje was blijkbaar geen probleem voor die grote slokop-vissen. Nu weten we dus ook waar al die baby's blijven die we in de zomer in de vijver zien, maar in de herfst niet meer terug kunnen vinden. Shunbunkins zijn kannibalen. Ze eten hun eigen kinderen op. Wat gruwelijk.

Oke, een vissenkom is misschien dierenmishandeling, maar altijd nog beter dan diepvriesvis worden in de vijver of opgegeten worden door je ouders. Dus Jane heeft supersnel die kom weer van de zolder gehaald en die twee overgebleven visjes daarin gestopt. En de kom staat nu op de salontafel. Dus nu zijn we weer bij het begin. Twee visjes zwemmen rondjes in hun kom. Dochter vindt het heel leuk.............. visjes ook!


Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer krijgen jullie weer een artikel over een plant. Dit keer ga ik het hebben over de klimop. Want Jane houdt heel veel van klimplanten en daarom.............. maar dat vertel ik jullie wel de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, mochten er lezers zijn die het houden van vissen in een vissenkom dierenmishandeling vinden, schrijf dan maar geen berichtje, want ik denk niet dat Jane dat nu wil horen. En weet je, als die visjes groot genoeg zijn om niet langer meer te kunnen dienen als voer voor hun ouders, dan gaan ze gewoon weer de vijver in en die kom de zolder op. Dus niet zeuren.


Update dagboek van een tuin herfstbeurt deel 2:
Dacht ik volgend jaar overal paddenstoelen bij mij te kunnen zien, omdat ik Jane de opdracht ging geven om paddenstoelenzaad te gaan zaaien, krijg ik te horen dat er geeneens paddenstoelen zaad bestaat! Al die mooie foto's van andere bloggers met prachtige paddenstoelen en zwammen erop en ik heb niets. Dat is niet eerlijk. Ik wil ook paddenstoelen, want een tuin zonder paddenstoelen, die kan zich natuurlijk geen natuurlijke wilde tuin noemen. Ik heb gelukkig wel tips gekregen dat een stapel hout of mulchen met houtsnipsel voor paddenstoelen zou kunnen zorgen. Dus dat ga ik allemaal uitproberen en misschien kan ik dan volgend jaar ook mooie foto's van paddenstoelen of zwammen aan jullie laten zien. We geven de moed niet op!