Over mij

Dit blog is geschreven door een tuin. Een kleine wilde natuurlijke tuin. In dit blog schrijft die tuin over alles wat hij mee maakt. Ook zul je in dit blog de belevenissen van de eigenaresse van deze tuin aantreffen. Haar naam is Jane. De tuin is haar paradijsje: Jane's paradijsje.

Het doel van dit blog is om kennis over te dragen, ervaringen te delen en iedereen die het leest enthousiast te maken
om ook op een natuurlijke manier met planten en dieren in je tuin om te gaan.

Het paradijsje van Jane: De enige tuin die zijn eigen blog heeft.

zaterdag 15 november 2014

Plant #6: De mais (Zea mays)

Zoals ik al eerder verteld heb, is mijn tuinvrouwtje Jane iemand die erg van experimenteren houdt. Ze vindt het heel leuk om van alles uit te proberen. De meeste experimenten van haar mislukken trouwens, maar dat maakt haar niets uit, ze probeert gewoon weer wat anders. De laatste twee jaren is zij ook veel met groenten bezig geweest. Jane vindt het geweldig om zelf eten te kweken omdat het heerlijk is om je eigen voedsel te kunnen opeten. Niets smaakt zo heerlijk als je eigen oogst. En wat is leuker dan een zaadje in de grond stoppen en zien hoe daar een smakelijk hapje uit groeit. Dat dat niet zomaar van zelf gaat, maar dat je daar hard voor moet werken, is iets dat Jane nog niet helemaal begrepen heeft. Jane denkt dat de natuur het wel alleen af kan. Water geven, bemesten en plagen bestrijden, dat vond Jane in het begin allemaal niet nodig. Bemesten en plagen bestrijden doet ze nog steeds niet, maar ze is ondertussen al wel zover dat ze nu bij droogte toch wel water gaat geven. Maar meestal geeft ze dan zoveel, dat de planten verdrinken of wegrotten. Nou ja, Jane is een beginnende tuinier, denk ik dan, en ze moet nog veel leren. Misschien dat ze het allemaal gesnapt heeft over een jaartje of tien?

Omdat ik maar een kleine tuin ben, is er niet veel plaats voor een moestuin. Maar daar trekt Jane zich niets van aan. Ze heeft een piepklein lapje grond als moestuin bestempeld en propt dat helemaal vol met allerlei groenten. Want Jane houdt wel van wat afwisseling. Dus een enkel kropje sla of wat radijsjes en een paar worteltjes is niet genoeg voor haar. Nee, ze vult dat minituintje op met bijna alle groenten die je bij de groenteafdeling van de supermarkt kunt vinden. En dan nog is ze niet tevreden, want ze wil juist ook graag die groenten kweken die je niet kunt kopen. Dus dat moet er dan ook nog bij. Omdat ze na een paar keer proberen nu toch wel ontdekt heeft dat er een maximum is aan wat ze daar kan zaaien (en vooral wat ervan overblijft om te oogsten), heeft ze ook de tuintafel omgetoverd tot een moestuin. Want ze heeft in een boek gelezen dat je de meeste groenten ook gewoon in een pot kunt zaaien. En een bijkomend voordeel daarbij is, is dat de slakken er niet zo makkelijk bij kunnen als je de groenten in potten boven op een tafel hebt staan, want de meeste groenten in mijn moestuintje worden opgegeten door de slakken, niet door Jane. Dus dit jaar stond de tuintafel al snel vol met potten met allerlei groenten erin, maar wat moest ze nu in dat kleine moestuintje gaan kweken?

En toen kwam Jane opeens op het idee om eens een keer mais te gaan zaaien. Want mais neemt niet zoveel ruimte in beslag, aldus Jane, dus daar kun je makkelijk dat lapje grond mee vullen en dan kan er ook nog wel een tomatenplant bij en wat snijbieten en misschien ook nog wat worteltjes en radijsjes en pastinaak er tussen door. En dan is er vast ook nog wel plek voor een courgetteplant. Ja, die worden wel groot, maar dan laat ik hem gewoon buiten dat lapje grond over het terras heen groeien. Is dat geen goed idee? Tja, wat zeg je dan als liefhebbende tuin? Ik vind het niet leuk om haar enthousiasme met allerlei feitelijke waarheden radicaal om zeep te helpen, dus .............die mais kwam er. De rest trouwens ook. Behalve die courgette dan, want die bleef in zijn pot op de tuintafel staan. Er bleek toch geen plek meer te zijn in het lapje moestuin voor die plant.

Acht maiszaadjes heeft Jane gezaaid. En toen maar afwachten wanneer er maisplanten zouden zijn. En die kwamen, maar het grootste deel verdween ook weer. Misschien opgegeten door slakken? Gelukkig groeiden er tenslotte toch nog twee uit tot gigantische hoge planten. Jane heeft er enorm van genoten. Van de ontwikkeling van die planten dan. Want van de mais zelf heeft ze geen hap kunnen proeven. Maar daarover straks meer. Jane had nog nooit eerder mais in mij gekweekt en het was erg bijzonder voor haar wat er allemaal uit dat zaadje tevoorschijn kwam. Als eerste groeide er uit dat zaadje een flink plantje.


Toen groeide hij groter en groter.



Daarna kwam er opeens een prachtig vormpje tevoorschijn. Zou dat de maiskolf gaan worden?


Nee, het werd een schitterende pluim.




Waar blijft dan die kolf, dacht Jane. Heb ik iets fout gedaan? Maar op een dag zag ze hem verschijnen.



En er kwam ook nog een prachtig kwastje aan te hangen.



En dat kwastje werd alsmaar groter en groter en tenslotte begon het er een beetje bruin uit te zien. Gaat dat wel goed, dacht Jane. En keek angstig toe hoe het kwastje steeds bruiner werd.




Ondertussen was de plant al enorm hoog geworden.


Oeps, toen was opeens de hele kwast verdwenen. En er zaten opeens ook niet zoveel maiskolven meer aan. Waar zijn die nou?


Toch maar eens rondneuzen op het internet wanneer je eigenlijk oogsten moet. Maar wat lees ik nu? Als het kwastje donkerder gaat kleuren, is de kolf klaar en moet je hem gaan oogsten. las Jane op het internet. En als het kwastje eraf valt, is hij overrijp en ben je te laat. O nee, ik moet die kolven er onmiddellijk af gaan halen! (De vaste lezers zullen hebben opgemerkt dat dit verhaal wel wat lijkt op het verhaal van de vijg. Ja, het is bij Jane altijd hetzelfde. Ze is altijd te laat met oogsten. Voor nieuwe lezers, zie artikel over de vijg op dit blog.) Dus snel werden de kolven die er nog aan zaten eraf gehaald. Het waren er nog maar twee en 1 werd meegegeven aan Tarzan, maar de andere ging Jane lekker zelf opeten. Een recept was zo gevonden op het internet en de kolf klaar maken was zo gedaan. Maar..........hoe eet je zo'n ding. Hij was keihard en Jane kon de korrels niet van de kolf afkrijgen. Dan maar even met Tarzan bellen om te vragen hoe je zo'n ding moet opeten. Geduldig legde Tarzan uit dat je gewoon je tanden in dat ding moest zetten. Maar het was al niet meer nodig, want tijdens het bellen was er al een muisje langs geweest. Of was het een meisje? Want Jane's dochtertje had de verleiding niet kunnen weerstaan en had zelf allang begrepen hoe je zo'n smakelijk hapje naar binnen moest werken. En helaas was er niets meer overgebleven voor Jane. Dat is nou jammer voor jou mama, maar het was erg lekker hoor. Kinderen!


En wat bleef er voor Jane over? Een afgeknaagde kolf en een verlepte plant!


Dat was het weer voor deze keer. De volgende keer krijgen jullie een hoofdstuk uit: "een dagboek van een tuin" en wat daarin staat..........dat vertel ik natuurlijk pas de volgende keer.

(Elke zaterdag om 17.00 uur komt er een artikel online.)

Groetjes van het paradijsje van Jane.


Trouwens, mochten jullie nog tips hebben voor groenteplanten die weinig ruimte innemen, die niet worden opgegeten door slakken en die geen enkele verzorging nodig hebben, schrijf dan even een berichtje, want misschien dat dan 1 van Jane's experimenten eens een keer zal lukken. Alvast bedankt.


Update kikker:
Jane heeft de vijver een onderhoudsbeurt gegeven. En ze heeft twee kikkertjes uit het slib gehaald en in veiligheid gebracht. En de vijver ziet er nu weer heel kaal uit. Geen kikker die daar nog meer zijn winterslaap in wil doen.

De vijver voordat Jane hem een opruimbeurt heeft gegeven.

Zo zag de vijver eruit voordat Jane aan de grote opruiming begon. Een wilde vijver dicht b(g)egroeid met planten. Goed passend in een wilde tuin en een prachtig plek voor kikkers om hun winterslaap in te doen. Behalve dan dat het water maar 40 centimeter diep is en dus bij een beetje strenge winter helemaal ijs wordt en je dan de daarin overwinterende kikkers in de lente op hun rug drijvend terug vindt. Wil je weten hoe de vijver er nu uit ziet na de onderhoudsbeurt? Lees dan het artikel van volgende week: "dagboek van een tuin".

5 opmerkingen:

  1. Mais niet te laat oogsten. De korrel moet nog zacht zijn. Dan is zij ook het zoetst. Wanneer het kwastje bruin wordt druk je eens op de schutbladeren. Dan voel je of de korrels al groot zijn. Je kan ook de schutbladeren een heel klein beetje uit elkaar trekken. Zijn de korrels gelig, maar nog niet oranje, pluk je de kolf en rèn je naar de keuken om deze lekkernij onmiddelijk in een braadpan goudgeel de braden. Niet te lang wachten, anders worden de suikers tot zetmeel.
    Probeer nooit er onderweg al eens in te bijten: de kolf zal de keuken nooit bereiken. ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel voor je advies. De volgende keer zal ik doen zoals jij het beschrijft en hopelijk zal ik dan eens proeven hoe lekker mijn eigen gezaaide mais smaakt.

      Verwijderen
  2. Nu snap ik veel meer over mais.
    Ik weet wel dat er verschillende maissoorten bestaan, zo is er ook een veel zoetere variëteit, die rauw lekker is. Kan je volgend jaar eens naar googlen, en dan beslissen welke soort je gaat uitproberen ;-).
    Je hebt er haast een volkstuintje naast nodig met al je leuke experimenten....

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Principieel bestaan er 2 soorten: F1 hybriden en de zaadechte mais. Van deze laatste kan je je eigen zaad oogsten, van de F1 niet. De zaadechte mais geeft wel een kleinere korrel maar is, wanneer niet te laat geoogst, eveneens zeer lekker, ook rauw. In potjes vóórkweken vanaf april en een latere directe zaai in juni levert een oogst vanaf augustus tot oktober.

      Verwijderen
    2. De mais die ik gezaaid heb en waarover mijn artikel gaat, is de Golda Zea Mays, een F1 hybride. Omdat ik maar een heel klein stukje moestuin heb en de meeste groenten in potten kweek, waar mais natuurlijk niet in past, heb ik nog veel zaden over in het zakje. Volgens de datum nog goed tot januari 2016. Dus ik ga het volgend jaar gewoon nog eens proberen. En dit keer zal ik mijn best doen om hem niet te laat te oogsten.

      Verwijderen